Wi-Fi en netwerk
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk: Open
Instellingen, ga naar Draadloos en
netwerken > Wi-Fi en schakel Wi-Fi in. Tik een Wi-Fi-netwerk aan om toegang te krijgen en voer
indien nodig het netwerkwachtwoord in of voltooi de verificatie. U kunt ook naar de onderkant van
het menu scrollen, Netwerk toevoegen aantikken en de instructies op het beeldscherm volgen om
een netwerkhotspot toe te voegen door de naam van de hotspot en het wachtwoord in te voeren.
Een Wi-Fi-netwerk met Wi-Fi-brug delen
Met Wi-Fi-brug kunt u uw thuis-Wi-Fi met vrienden en gasten delen zonder dat u het wachtwoord
aan hen hoeft te geven.
Wi-Fi-brug inschakelen: Open
Instellingen, ga naar Draadloos en netwerken > Persoonlijke
hotspot > Meer en schakel Wi-Fi-brug in.
Wi-Fi-brug instellen: Tik op Wi-Fi-brug instellen om een tijdelijke naam en wachtwoord voor het
gedeelde Wi-Fi-netwerk te bekijken of in te stellen.
Als u de tijdelijke naam en het wachtwoord aan uw vrienden of gasten hebt gegeven, kunnen zij
verbinding met het netwerk maken totdat de functie wordt uitgeschakeld.
Er kunnen tot 4 apparaten tegelijkertijd met uw thuis-Wi-Fi worden verbonden via Wi-Fi-brug.
101