Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Kachel Gebruiken/Aanmaken - Morso S80-90 Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

2.0 De kachel gebruiken/aanmaken

De warmte-emissie van de haard wordt gereguleerd met the regelschuif
De haard gebruikt 2 soorten verbrandingslucht. De secundaire verbrandingslucht wordt geleverd
langs het glas. Deze lucht wordt geregeld met de schuif
De tertiaire verbrandingslucht wordt geleverd aan de verbrandingsruimte direct boven het vuur. Deze
luchttoevoer kan niet worden geregeld.
De nominale warmteproductie van de haard is 9,0 kW.
Uw nieuwe Morsø haard is conform EN-richtlijnen getest, en wordt aanbevolen voor het stoken van
hout.
BELANGRIJK!
Hout is een materiaal dat veel gas bevat (ongeveer 75%). Deze gassen komen vrij
wanneer het hout aangestoken en verwarmd wordt. Daarom is het belangrijk dat de
gassen snel nadat de kachel is bijgevuld ontbranden. Als het hout alleen ligt te smeu-
len, en met name nadat u pas hout hebt bijgevuld, ontstaat er veel rookontwikkeling,
wat in het ergste geval een explosieve ontbranding van de gassen teweeg kan brengen
en uw kachel kan beschadigen.
Om de uit het hout vrijkomende gassen te laten ontbranden en tijdens het hele
verbrandingsproces heldere en constante vlammen te behouden, is het belangrijk dat
er altijd de nodige hoeveelheid zuurstof (lucht) wordt toegevoerd.
De instelling van de luchttoevoer, de aanmaakmethode en de brandstoftoevoer zijn
afhanke lijk van de trek in de schoorsteen, de wind- en weersomstandigheden, de
gewenste warmte, de brandstof, enz. Dit betekent dat het enige tijd kan duren voordat
u de juiste werking van de kachel in alle situaties kent.
Hoewel u in uw Morsø-kachel met bijna alle houtsoorten kunt stoken, raden wij u aan
geen vochtig of niet opgeslagen hout te gebruiken. Hout moet minimaal 1 jaar maar lie-
ver nog 2 jaar onder een afdak bewaard worden en wel zodanig dat de wind vrij spel
heeft. Hout moet zo snel mogelijk na het vellen van de boom gehakt worden om het
droogproces te bespoedigen. Het hout kan gebruikt worden zodra het vochtgehalte
minder dan 20% bedraagt. Tijdens de EN test worden alle houtkachels getest met hout
met een vochtinhoud van (16 ± 4)%.
Gebruik nooit drijfhout, aangezien dat meestal een hoog zoutgehalte heeft, wat zowel
aan de kachel als aan de schoorsteen schade kan toebrengen. Geïmpregneerd en ge-
verfd hout en spaanplaat scheiden giftige rook en dampen af en mogen daarom even-
min als brandstof worden gebruikt.
Let op: er mogen geen vloeibare brandstoffen in de kachel worden gebruikt.
Hout met een grotere diameter dan 10 cm moet altijd gekloofd worden.
De stukken hout moeten kort genoeg zijn om plat op de gloeiende laag te kunnen lig-
gen, met lucht aan beide kanten.
De maximale lengte van de brandstof in de kachel bedraagt 60 cm.
De maximale hoeveelheid brandstof bedraagt ongeveer 3,5 kg/uur.
De eerste paar keer dat u de kachel aanmaakt, mag het vuur niet al te heet worden.
Op die manier kan de hittebestendige verf harden voordat u krachtiger gaat stoken. Ti-
jdens de hardingsfase kan de verf onaangename rook en geuren verspreiden wanneer
de kachel wordt aangemaakt. Dit is volkomen normaal. Zorg dat de kamer in deze pe-
riode goed geventileerd wordt.
30
boven
boven
de deur.
de deur.

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave