6
nl | Veiligheid
7.
8.
9.
10. Spanning uitschakelen - De apparaten worden van spanning voorzien zodra het netsnoer
11. Voeding - Sluit het apparaat alleen aan op een lichtnet met het voltage vermeld op het
12. Onderhoud - Voer zelf geen onderhoud aan dit apparaat uit. Als u de behuizing van het
13. Reparatie - Koppel het apparaat los van het lichtnet en laat een reparatie uitvoeren door
F.01U.412.061 | 2.0 | 2011.08
kabels worden losgekoppeld. Zo voorkomt u bliksemschade en schade door
stroomstoten.
Instelling van bedieningselementen - Stel alleen de bedieningselementen in die volgens
de bedieningsvoorschriften mogen worden ingesteld. Bij onjuiste instelling van andere
bedieningselementen kan het apparaat beschadigd raken. Het gebruik van
bedieningselementen of instellingen, of het uitvoeren van handelingen, die niet in de
voorschriften zijn beschreven, kan leiden tot schadelijke blootstelling aan straling.
Overbelasting - Overbelast stopcontacten of verlengsnoeren niet. Dit kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
Bescherming van netsnoer en stekker - Zorg ervoor dat bij de stopcontacten en het punt
waar de kabel het apparaat verlaat niet op de stekker en het netsnoer kan worden
gelopen en dat deze niet bekneld kan raken door voorwerpen die erop of ertegen worden
geplaatst. Bij apparaten die bedoeld zijn voor 230 VAC, 50 Hz, moet het netsnoer voldoen
aan de nieuwste richtlijnen van IEC 60227. Bij apparaten die bedoeld zijn voor 120 VAC,
60 Hz, moet het netsnoer voldoen aan de nieuwste richtlijnen van UL 62 en CSA 22,2
Nr.49.
op de voedingsbron is aangesloten. Het netsnoer is de "hoofdschakelaar" om de
spanning van alle apparatuur uit te schakelen.
etiket op het apparaat. Voordat u de kabel aansluit op het apparaat, dient u deze kabel
los te koppelen van de voeding.
–
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor apparaten met batterijen.
–
Maak bij apparaten met externe voeding alleen gebruik van de aanbevolen of
goedgekeurde voedingseenheden.
–
Deze voedingsbron moet bij apparaten met een stroombegrenzer voldoen aan
EN60950. Andere voedingseenheden kunnen de apparatuur schade toebrengen of
brand of een elektrische schok veroorzaken.
–
De spanning op de voedingsingang van het apparaat mag bij apparaten van 24 VAC
niet meer afwijken dan ±10%, of hoger zijn dan 28 VAC. Als de gebruiker zelf voor de
bekabeling zorgt, moet deze voldoen aan de ter plaatse geldende richtlijnen voor
elektrische en elektronische apparatuur (voedingsniveaus Class 2). Aard de voeding
niet bij de aansluitklemmen van de voedingsbron of van het apparaat zelf.
–
Neem als u niet zeker bent van het te gebruiken type stroomvoorziening contact op
met uw dealer of plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
apparaat opent, stelt u zich mogelijk bloot aan hoge spanning of andere gevaren. Laat
onderhoud over aan professionele servicemonteurs.
gekwalificeerd personeel als het apparaat beschadigd is geraakt, zoals in de volgende
gevallen:
–
het netsnoer of de stekker is beschadigd;
–
het apparaat is blootgesteld aan vocht, water, en/of vochtig weer (regen, sneeuw,
etc.);
–
er is vloeistof gemorst in of op het apparaat;
–
er is iets in het apparaat gevallen;
–
het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd;
–
het apparaat vertoont een duidelijk veranderde prestatie;
–
het apparaat werkt niet normaal als de gebruiker de gebruiksaanwijzing correct
opvolgt.
Instructiehandleiding
EX65 Explosieveilige camera
Bosch Security Systems, Inc.