Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Tips voor het afdrukken op enveloppen
•
Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort,
de structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met de enveloppen die in
de lade zijn geplaatst.
•
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
•
Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
met een katoengehalte van 25%.
•
Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
•
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
–
gemakkelijk krullen
–
aan elkaar kleven of beschadigd zijn
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
–
zijn samengevouwen;
–
postzegels bevatten
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
–
gebogen hoeken hebben;
–
een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
•
Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen.
•
Buig de enveloppen en waaier ze uit om ze van elkaar los te maken voordat u ze in de lade plaatst. Maak
op een vlakke ondergrond de stapel recht.
Opmerking: door een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen
kunnen de enveloppen kreuken of sluiten.
Tips voor het gebruik van etiketten
•
Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort,
de structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met de etiketten die in de
lade zijn geplaatst.
•
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
•
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie over het afdrukken, de
kenmerken en het ontwerp van etiketten. U vindt deze publicatie op
•
Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•
Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal.
•
Gebruik geen etiketvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken
tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan
vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de tonercartridge vervallen.
•
Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
•
Buig de etiketten en waaier ze uit om ze van elkaar los te maken voordat u ze in de lade plaatst. Maak op
een vlakke ondergrond de stapel recht.
http://support.lexmark.com.
45
2
of