Algemene Waarschuwingen
WATERZIJDIGE AANSLUITING
• Het is verplicht een nieuwe veiligheidsgroep rechtstreeks op de koudwateringang van
de boiler te installeren. Een nieuwe veiligheidsgroep (niet meegeleverd) moet getar-
reerd zijn op 7 bar - 0,7 MPa, moet minimum 1/2'' zijn en conform de norm EN 1487. Zorg
ervoor dat deze veiligheidsgroep op een vorstvrije plaats staat (minstens 4°C-5°C).
• Als de aanvoerdruk meer dan 0,5 MPa (5 bar) bedraagt, moet er een drukregelaar
(niet meegeleverd) gemonteerd worden op de watertoevoer, achter de watermeter.
• De leidingen kunnen flexibel (standaard soepel gevlochten RVS) of niet-flexibel zijn
(koper) en moeten bestand zijn tegen temperaturen tot 100°C en een druk van 1 MPa
(10 bar). Zo niet dient u een temperatuurbegrenzer te installeren.
• Sluit een afvoer naar buiten aan op de veiligheidsgroep. Ook deze afvoer moet op
een vorstvrije plaats liggen (minstens 4°C-5°C) en afhellend gemonteerd worden zodat
het overtollige water (door de uitzetting tijdens het opwarmen) kan afgevoerd worden
of voor de afvoer van het water tijdens het aftappen van de boiler.
• Bedien regelmatig het aftapsysteem van de veiligheidsgroep (minstens één keer per
maand). Zo kunnen eventuele kalkresten afgevoerd worden en kan u controleren of de
afvoer niet verstopt is.
• Als het toestel moet leeg gemaakt worden, zet u de stroom uit. U sluit de koudwa-
tertoevoer. U zet een warmwaterkraan open en tapt vervolgens het toestel af via de
hendel van de veiligheidsgroep.
• Voor u het toestel onder spanning brengt, dient u te controleren of het goed gevuld
is. Open een WARMWATERkraan, er moet KOUD WATER uit lopen.
• Bij een eerste opwarming is het mogelijk dat er zich een beetje rook vormt. Dit is
volkomen normaal.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit elk risico op verwondingen of elektrocutie uit en controleer altijd eerst of de elektri-
citeit uigeschakeld is vooraleer u de kap demonteert. De elektrische installatie moet
uitgerust zijn met een meerpolige stroomonderbreker vóór de boiler (zekeringhouder,
schakelaar met contactopeningen van minstens 3 mm, differentieelschakelaar 30mA).
Wanneer de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door een
kabel met dezelfde karakteristieken of door een speciale kit die verkrijgbaar is bij
de fabrikant of uw servicedienst. Het toestel moet geaard worden. Gebruik de aans-
luitklem die hiervoor voorzien is. Het is verboden de weerstanden rechtstreeks op het
net aan te sluiten.
De handleiding van dit toestel is verkrijgbaar bij de klantendienst (gegevens achteraan
deze handleiding)