instellingenscherm
Klik in de AWC-modus op de knop [AWC Set] als u het witbalansniveau van het huidige beeld wilt
`
M
aanhouden.
De witbalancering kan mogelijk in de volgende omstandigheden niet naar behoren werken:
`
J
als dit het geval is, ga dan naar de AWC-modus.
-
Als de omgevingsomstandigheden van het object buiten het bereik van de temperatuurcorrectie vallen,
Bijvoorbeeld: heldere hemel, zonsondergang
-
Als de omgeving van het object donker is
-
Als de focus van de camera direct op reflecterend licht gericht is of als de camera geïnstalleerd
is op een plek met variabele verlichting kan de witbalancering instabiel verlopen.
BLc-tegenlicht instellingen
U kunt handmatig het gewenste gebied op de video aangeven en het gebied voor
duidelijkere weergave instellen.
1. Selecteer <tegenlicht>.
2. Stel de <Modus> in op <BLc>.
3. Stel <BLc niveau> in.
U kunt het niveau wijzigen om de
helderheid van het bewakingsgebied
aan te passen.
4. Stel de <Boven, onder, Links, rechts> niveaus in om het beoogde gebied aan te
geven.
Belichtingsinstellingen (SND-5011/SND-7011)
U kunt het belichtingsniveau van de camera aanpassen.
1. Selecteer <Belichting>.
2. Selecteer het gewenste item en stel het
juist in.
• Helderheid: hiermee kunt u de
schermhelderheid aanpassen.
• Sluiter modus: Hiermee past u
de elektronische sluitertijd van de
camera aan.
- Auto: de sluitersnelheid wordt automatisch aangepast aan de helderheid van de
omgeving.
- Handmatig: hiermee kunt u de sluitertijd van de camera handmatig instellen.
- A.FLK (Anti-flikkering): selecteer deze eigenschap als u een flikkerend
scherm hebt als gevolg van het ontbreken van frequentieafstemming met de
omgevingsbelichting.
52_ instellingenscherm