3
Afzonderlijke onderdelen / Montage / Assemblage /
Inbedrijfstelling
3.4.3
Apparatuur op de transportkar monteren
De combinatiemogelijkheden voor de montage van apparatuur en koelmodules (bijv. COOL
30 U20 of MULTIVOLT 70-500) met betrekking tot de verschillende mogelijkheden en opties
van de transportkar vindt u in het overzicht in hfdst. 2.2.2.
3.4.3.1
Lasapparaat resp. module in uitsparingen bodemplaat plaatsen en vergrendelen
A2
B2
C2
B2
A2
Monteren lasapparaat resp. koelmodule
• Plaats het lasapparaat resp. de koelmodule (bijv. COOL 30 U20 of COOL 71 U40/41) met de
rubberen voetjes in de daarvoor bedoelde uitsparingen:
Plaats de TRITON 400/500, TETRIX 350 AC/DC en PHOENIX 300/400/500 of COOL 71
U40/41 en MULTIVOLT 70-500 in de buitenste uitsparingen (A2).
Plaats de TRITON 260 of COOL 30 U20 in de middelste uitsparingen (B2).
Plaats de TRITON 220 DC of AC/DC, PICOTIG 180 of 220 AC/DC of COOL 20 U20 in de
binnenste uitsparingen (C2).
• Haak de bevestigingsprofielen (E2) in de daarvoor bedoelde uitsparingen in het lasapparaat,
schuif ze tot de aanslag (afb. 3/12 uitgehaakt en afb. 3/13 ingehaakt) en schroef ze met de
inbusboutjes (D2) vast.
E2
E2
Afb. 3/11
Afb. 3/12
Afb. 3/13
3/8
D2
A2
B2
B2
A2
E2