2. Installatie
2.2 Elektrische aansluiting
De regeling moet worden gevoed via een externe schakelaar (laatste stap!) met een spanning van 220 ... 240 V (50...60 Hz). De kabels moeten
worden vastgezet in de kabelklemmen van de kast met de daarvoor bestemde schroeven.
1
Klemmen voor sensoren
2
Blok voor klemmen van de massa
3
Zekering T6.3 A
4
Klemmen gebruikers-componenten
5
lichtnet Klem
2.3 Relais en klemmen voor voelers
De regeling heeft 9 relais waarop de componenten worden
aangesloten:
•
Relais 1 (pomp primaire kring, regeling van het toerental)
•
Relais 2 (pomp secondaire kring, regeling van het toerental)
•
Relais 3 (Omkeerklep zones boiler)
•
Relais 4 (Pomp ketel op biomassa)
•
Relais 5 (Omkeerklep MCDB)
•
Relais 6 (Niet gebruikt)
•
Relais 7 (Niet gebruikt)
•
Relais 8 (Afvoerpomp MCDB, zwembadpomp)
•
Relais 9 (Laadpomp MCDB)
6
Electromechanic relay
8
9
6
Aansluitblok voor de nulleider
7
Klemmenblok de aarding
8
Aansluiting voor de debietmeter
9
Aansluitklemmen VBus
De temperatuursensoren (S1/S11) worden aangesloten op de
volgende klemmen (SX en GND):
•
Voeler 1 (Temperatuurvoeler zonnepaneel, TC)
•
Voeler 2 (Aanvoertemperatuur, Plaatwarmtewisselaar, TE)
•
Voeler 3 (Temperatuur boiler 1 lage zone, TS)
•
Voeler 4 (Temperatuur boiler 1 hoge zone)
•
Voeler 5 (Temperatuur boiler 1 middenzone)
•
Voeler 6 (Niet gebruikt)
•
Voeler 7 (Niet gebruikt)
•
Voeler 8 (Temperatuur verwarmingsketel op biomassa)
•
Voeler 9 (Niet gebruikt)
•
Voeler 10 (Temperatuur ingang warmteverbruiksmeter)
•
Voeler 11 (Temperatuur uitgang warmteverbruiksmeter)
Oetrosol Ci
Semi-
conductor
27/10/08 - 300016968-001-B