MCDB
R5
R8
S5
1
De gemengde boiler (1) wordt ontladen wanneer de temperatuur van
de gemengde boiler (S5) hoger is dan de minimale laadtemperatuur
(min. oplaadtemp.) en het temperatuurverschil zich tussen S5 en S6
bevindt (Ontlading.-∆Ton) (pomp R9 ingeschakeld en 3-wegklep op
A/AD). Indien het temperatuurverschil tussen S5 en S6 (Ontlading.-
∆Toff) minder dan 3°C is, wordt het ontladen uitgeschakeld. Indien
de gemengde boiler (1) is afgekoeld door een energieopname en het
temperatuurverschil tussen S7 en S5 (Laden.-∆Ton) minstens 10°C
is, wordt de gemengde boiler (1) opgeladen (R8 ingeschakeld en 3-
wegklep op B/AB).
Biomassa
S5
R4
De laadpomp van de boiler (R4) wordt ingeschakeld wanneer de
minimum temperatuur van de verwarmingsketel (Min. temp. ketel)
van 60°C overschreden is en het temperatuurverschil tussen S8 en
S5 (∆Ton) hoger is dan 10°C.
De laadpomp wordt uitgeschakeld wanneer het temperatuurverschil
tussen S8 en S5 (∆Toff) lager is dan 3°C en de maximum
temperatuur van de boiler (max. temp. boiler) van 80°C bereikt is.
27/10/08 - 300016968-001-B
B
S7
AB
A
2
R9
S6
S8
Zwembad
R8
S5
De laadpomp van het zwembad (R8) wordt ingeschakeld wanneer de
temperatuur van de boiler S5 (min.T boiler) minstens 40°C is en een
temperatuurverschil tussen S6 en S5 (∆Ton) van 10°C bereikt is.
De pomp wordt uitgeschakeld wanneer het temperatuurverschil
tussen S6 en S5 (∆Toff) lager is dan 3°C en de temperatuur van het
zwembad S6 (max.T zwembad) hoger is dan 30°C.
Oetrosol Ci
5. Algemene beschrijving van de werking
S6
13