4. Plaats een opvangbak onder de aftapplug om de olie
op te vangen.
5. Verwijder de aftapplug en laat de olie in de opvangbak
lopen.
6. Nadat de olie is afgetapt, plaatst u de aftapplug terug
en neemt u eventueel gemorste olie op.
7. Giet langzaam voldoende olie (ongeveer 0,6 l) in de buis
van de peilstok totdat het peil de (F) VOL-markering
bereikt.
Belangrijk
Het carter nooit te vol vullen met olie;
hierdoor kan de motor worden beschadigd.
8. Plaats de peilstok terug en draai deze vast.
Machine smeren
Zwenkwielen en draaipunten oliën
De zwenkwielen en draaipunten moeten jaarlijks worden
gesmeerd.
1. Zet de motor af en trek de bougiekabel van de bougie.
2. Druppel een beetje olie op de volgende plaatsen:
Beide lagerbussen van de zwenkwielen
Op de draaipunten van de voorwielsteun in de
motorgrondplaat (Fig. 22)
Op het draaipunt van de achterste assen van de
tractie in de motorgrondplaat (Fig. 22)
2
3
2
1
Figuur 22
1. Achterste spanpoelie-stel
2. Oliepunt
2
2
4
1826
3. Smeerpunt
4. Assen van tractie
16
Achterste spanpoelie-stel smeren
Smeer het achterste spanpoelie-stel om de 25 bedrijfsuren
of jaarlijks met Nr. 2 vet voor algemene doeleinden. Dit
moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in
stoffige of zanderige omstandigheden (Fig. 22). Spuit vet
in de nippel totdat dit bij de lagers naar buiten komt.
Benzine aftappen uit de
brandstoftank
1. Zet de motor af en laat deze afkoelen.
Belangrijk
U mag uitsluitend benzine aftappen als de
motor koud is.
2. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
3. Verwijder de dop van de brandstoftank.
4. Laat de benzine met een behulp van een hevelpomp in
een schoon, goedgekeurd benzinevat lopen.
5. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
6. Laat de motor draaien totdat deze afslaat.
7. Start de motor weer, om zeker te zijn dat er geen
benzine meer in de carburator is achtergebleven.
Onderhoud van de bougie
Controleer de bougie om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u de
bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougie en een voelermaat om de
elektrodenafstand te meten en af te stellen. Monteer een
nieuwe bougie indien dit nodig is.
Type: Champion RCJ–8 of equivalent type.
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1. Zet de motor af.
2. Trek de kabel van de bougie (Fig. 18).
3. Reinig de omgeving van de bougie.
4. Haal de bougie uit de cilinderkop.