Verbind de wireless controller met de computer.
Na het tot stand brengen van de verbinding configureert u de wireless controller indien nodig om verbinding te maken met een
bestaand netwerk.
Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
Verbind de draadloze adapter met de wireless controller.
n Alleen een verbinding tot stand brengen tussen de wireless controller en de computer.
Verbind de wireless controller rechtstreeks met de computer via draadloze LAN.
Wanneer u voor het eerst een verbinding tot stand brengt, maakt u ook rechtstreeks verbinding.
n Een verbinding tot stand brengen tussen de wireless controller en een bestaand
netwerk via een LAN-kabel
Wanneer al een toegangspunt bestaat:
Verbind de wireless controller met het bestaande netwerk via een LAN-kabel.
Verbind de computer met de wireless controller vanaf een bestaand toegangspunt.
• Stel de wireless controller in voor gebruik met het bestaande netwerk.
Wanneer er geen toegangspunt is:
Verbind de wireless controller met het bestaande netwerk via een LAN-kabel.
Verbind de computer met het toegangspunt van de wireless controller.
• Stel de wireless controller in voor gebruik met het bestaande netwerk.
• Stel de wireless controller in op de toegangspuntmodus.
* De functie van de wireless controller voor verbinding met een draadloos LAN-toegangspunt kan niet worden gebruikt als het
monitor is uitgeschakeld.
6
N
Voorbereidingen
Computer
Netwerk
Draadloos
LAN-
toegangspunt
Computer
Netwerk
Computer
Verbinden via
een LAN-kabel
Verbinden met de
computer als draadloos
LAN-toegangspunt