3
De printer toevoegen aan een bestaand draadloos
netwerk
U kunt uw printer ook delen met andere computers via een bestaand draadloos netwerk.
Eerst standaard-USB installeren
U moet eerst de Wireless Printing Upgrade Kit installeren op een computer met behulp van de printeradapter en pc-
adapter. Volg de instructies in de installatiehandleiding die bij de HP Upgrade Kit is geleverd voor het aansluiten van
de adapters en het installeren van de software. (De instructies voor de basisinstallatie staan ook in de bijlage van deze
gebruikershandleiding.)
Het netwerk configureren
Volg de onderstaande stappen op de computer waarop u de software van de Wireless Printing Upgrade Kit en de pc-
adapter hebt geïnstalleerd.
BELANGRIJK:
U hebt de SSID en de WEP-sleutel of -toegangscode voor uw netwerk nodig.
1.
Selecteer Start – Programma's – HP Wireless Printing Upgrade.
2.
Klik op Geavanceerde instellingen.
De vraag "Delen van printer voor meerdere gebruikers toestaan" wordt weergegeven.
3.
Antwoord met Ja.
Er wordt een lijst met beschikbare draadloze toegangspunten weergegeven.
4.
Selecteer het gewenste toegangspunt en klik op Volgende. Klik op de knop Vernieuwen als het toegangspunt niet
wordt weergegeven in de lijst.
Het scherm Beveiligingsinstelling wordt weergegeven.
5.
Voer de SSID in.
OPMERKING:
6.
Selecteer het type beveiliging dat u wilt gebruiken.
LET OP:
kunnen anderen toegang tot uw netwerk en computers krijgen. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat uw
systemen langzamer worden en in het ergste geval dat iemand bestanden op uw computer vernietigt.
Hieronder vindt u de beschikbare beveiligingsinstellingen:
•
•
•
•
•
7.
Voer de beveiligingscode als volgt in.
WEP (64-bits) of WEP (128-bits)
Als u WEP (64-bits) of WEP (128-bits) hebt geselecteerd, kunt u enkele afdrukbare tekens invoeren in het veld
voor het wachtwoord of de gewenste sleutelwaarde invoeren in de velden Netwerksleutel en Netwerksleutel
bevestigen. Klik op Volgende.
•
Toegangscode – Indien gewenst kunt u een sleutel genereren uit een toegangscode (8 tot 63 tekens), in
plaats van de sleutelwaarde rechtstreeks in te voeren. Voer de gewenste toegangscode in en klik op de
knop Sleutels genereren.
OF
•
Netwerksleutel – Voer de netwerksleutel in dit veld in.
•
Netwerksleutel bevestigen – Voer de netwerksleutel hier opnieuw in.
Alle draadloze apparaten moeten dezelfde SSID gebruiken.
HP raadt u sterk aan om beveiliging te gebruiken op het netwerk. Als u geen beveiliging gebruikt,
WEP (64-bits) – Gegevens worden gecodeerd met behulp van de 64-bits WEP-standaard (Wired
Equivalent Privacy).
WEP (128-bits) – Gegevens worden gecodeerd met behulp van de 128-bits WEP-standaard.
WPA-PSK – Gegevens worden gecodeerd met behulp van de Wi-Fi Protected Access-standaard met
vooraf gedeelde sleutel. WPA is geïntroduceerd in 2003 en is een draadloze beveiliging die veel
meer bescherming biedt dan WEP. WPA-PSK biedt twee coderingsmethoden: TKIP en AES, met
dynamische coderingssleutels.
WPA2-PSK – WPA2 is een sterkere versie van WPA.
Uitgeschakeld – Er wordt geen gegevenscodering gebruikt. NIET AANBEVOLEN.
Eerst standaard-USB installeren
9