Bediening
Modulatieniveau/Dynamische regeling
1
Instellen van de regelstand
Houd de RDM-toets op de display-eenheid langer dan drie
seconden ingedrukt.
De LEVEL-indicator licht op en het momenteel ingestelde
modulatieniveau wordt getoond.
Modulatieniveau
L E V E L
OPMERKING
• Wanneer deze functie is ingeschakeld, kan behalve de functies
in-/uitschakelen, terugstellen en veranderen van de
zendfrequentie, geen andere functie worden bediend.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer een van de
functies willekeurige weergave, herhaling of aftast-weergave is
ingeschakeld. Schakel de andere functies uit alvorens deze
functie te gebruiken. Deze functie kan niet worden gebruikt
terwijl een disc wordt geladen (terwijl de weergave-indicator
knippert).
2
Veranderen van het modulatieniveau
Druk op de toets 4 of ¢ op de display-eenheid.
Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt, verandert het
modulatieniveau van 1 tot 4. Hoe hoger het nummer, des te
hoger het modulatieniveau. De begininstelling is 2.
Instelling
vervormingspreventie
— 32 —
OPMERKING
Dynamische regeling
Het toestel beschikt over een vervormingspreventiefunctie om
geluidsvervorming te beperken.
Als het geluid ernstig wordt vervormd, druk dan de toets
het display-gedeelte in en stel de functie in op "2" (AAN).
Wanneer de vervormingspreventiefunctie is ingesteld op "2"
(AAN), wordt de geluidsvervorming beperkt.
De begininstelling is "1" (UIT).
OPMERKING
Bij gebruik van een disc met hoog opnameniveau, wordt het
geluid mogelijk ook vervormd als de
vervormingspreventiefunctie is ingesteld op "2" (AAN). Verlaag in
dit geval het modulatieniveau.
Annuleren :
Houd de RDM-toets op de display-eenheid langer dan drie
seconden ingedrukt.
De LEVEL-indicator gaat uit en het modulatieniveau wordt
veranderd. De regelstand wordt automatisch geannuleerd als
u 15 seconden lang geen bewerking uitvoert.
+
op