32
Hieronder zijn de toepasselijke instellingen afgebeeld.
All Settings (Alle instellingen) >
Picture (Beeld)
Custom (Aangepast)
Picture Mode (Beeldmodus)
Mono
Reader (Leesfunctie)
DICOM
Calibration 1 (Kalibratie 1)
Calibration 2 (Kalibratie 2)
•
De functie Brightness Stabilization (Helderheidsstabilisatie) wordt ingesteld in Custom (Aangepast).
Als in de invoer DP (DisplayPort) de Picture Mode (Beeldmodus) wordt veranderd, kan het scherm flikkeren of kan de resolutie van de pc veranderen.
•
•
Calibration 2 (Kalibratie 2): Als u kalibratie toepast na installatie van het programma TRUE COLOR PRO, wordt het betreffende menu geactiveerd.
Hiermee kan de gebruiker elk element aanpassen. De kleurmodus van het hoofdmenu kan worden ingesteld.
Monochrome kleurenmodus (zwart en wit).
Hiermee optimaliseert u het scherm voor het bekijken van documenten. U kunt het scherm helderder maken in het OSD-menu.
Een modus die de scherminstellingen optimaliseert zodat u beelden voor medisch gebruik kunt weergeven.
U kunt het scherm helderder maken in het OSD-menu.
Hiermee past u het op het laatste gekalibreerde (gecorrigeerde) scherm aan.
Hiermee past u het op een eerder gekalibreerd (gecorrigeerd) scherm aan.
OPMERKING
Uitleg