13 Bijlage
13.1 RFID-beheerfunctie
13.1.1 Introductie van de RFID-beheerfunctie
Voor de meeste bestemmingslaadsituaties is RFID de meest gebruikte active-
ringsmethode vanwege het gemak en de veiligheid. De RFID-kaartbeheerfunctie is
ont-wikkeld om de laadstationexploitant te helpen bij het eenvoudig beheren van de
RFID. Deze functie kan de exploitant helpen bij het volgende:
Een nieuwe RFID-kaart toevoegen aan het laadstationsysteem. Deze functie
•
wordt gebruikt om de exploitant een nieuwe RFID-kaart toe te wijzen aan een
nieuwe gebruiker of een oude gebruiker die de originele kaart heeft verloren.
Verwijder RFID-kaart. Deze functie wordt gebruikt wanneer sommige
•
gebruikers hun origi-nele kaart verliezen, de operator kan de verloren kaart uit
het systeem verwijderen.
Controleer de laadgeschiedenis voor elke RFID-kaart. Deze functie kan de
•
operator helpen om de totale laadenergie voor elke gebruiker te kennen en de
gebruiker te factureren.
Ondersteuning van RFID-kaarten van derden. Deze functie kan de operator
•
toe-staan om RFID-kaarten van derden aan het systeem toe te voegen, de
RFID-kaarten van derden moeten voldoen aan de ISO 14443-A standaard.
Ondersteuning van NFC-activering. Deze functie kan de NFC-functie van
•
smartphones ondersteunen om het RFID-kaartnummer te kopiëren.
Alleen RFID-kaarten die vermeld staan in de beheerfunctie kunnen de EV-lader acti-
veren. Gebruikers kunnen een opmerking toevoegen voor elke kaart in de app.
Voor het aantal RFID-kaarten: Er is geen limiet wanneer de EV-lader online is (verbonden
met het netwerk) en er kunnen maximaal tien op de EV-lader worden opgeslagen wan-
neer deze offline is.
80