d) Plaatsing van de aangesloten verwarming/airco
• Hou rekening met de gebruiksaanwijzing van de verwarming/airco, die u aansluit
op de kamerthermostaat.
• Veel verwarmingen/airco's mogen om veiligheidsredenen niet onbeheerd in wer-
king zijn.
• Houd in ieder geval voldoende afstand tussen de verwarming/airco en brandbare
voorwerpen (bv. gordijnen).
• Plaats een mobiele verwarming/airco op een stabiele, vlakke ondergrond.
• Dek de verwarming/airco nooit af.
• Houd kinderen uit de buurt van verwarming/airco! Niet alleen is er een risico op
brandwonden of letsel, maar ook het risico van een fatale elektrische schok!
• Sluit geen meerdere verwarmingen/airco's aan op de kamerthermostaat.
• Zorg ervoor dat de aangesloten verwarming of airco ver genoeg opgezet en
bestuurd wordt van de kamerthermostaat, zodat de interactie zo laag mogelijk is.
Anders komt het tot onnodige veelvuldige omschakelingen.
Voorbereiding
De waarschuwingen op het typeplaatje zijn in de Duitse taal. In de leveringsomvang bevinden
zich tevens stickers met waarschuwingen in de Engelse en Nederlandse taal. Afhankelijk van
de voor u passende taal, bevestigt u de sticker op de kamerthermostaat.
Eerste ingebruikname, opladen van de geïntegreerde accu
In de kamerthermostaat is een NiMH-accu geïntegreerd. Deze zorgt ervoor dat de ingestelde
gegevens tijdens een stroomstoring niet worden verloren (back-up-tijd tot 200 u.).
Bovendien kan de kamerthermostaat (bij geladen accu) ook dan worden gepro-
grammeerd, als de stekker niet in een contactdoos is gestoken.
De accu is vol, als de kamerthermostaat ongeveer 8 tot 12 uur op de netspanning
was aangesloten.
Bij levering is de NiMH-accu normaalgesproken leeg, er staat niets op de display. Om in dit
geval een programmering te kunnen doorvoeren dient u de stekker van de kamerthermostaat
in een contactdoos te steken. Kort daarna wordt de display geactiveerd en kan de kamerther-
mostaat in gebruik worden genomen.
Bedieningselementen
3 4
2
1
9
8
1
Controle-LED
Led-lampje uit: De kamerthermostaat is uitgeschakeld
LED rood: De ingestelde temperatuur werd nog niet bereikt en de frontcontactdoos van de
kamerthermostaat is niet geactiveerd
LED blauw: De ingestelde temperatuur werd bereikt en de frontcontactdoos van de ka-
merthermostaat is geactiveerd
2
Actuele temperatuur
3
Icoon „ " voor verwarmingsmodus (frontcontactdoos wordt ingeschakeld wanneer de
ingestelde temperatuur wordt onderschreden)
4
Icoon „
" voor afkoelingsmodus (frontcontactdoos wordt ingeschakeld wanneer de inge-
stelde temperatuur wordt overschreden)
5
Actuele temperatuurslimiet (niet zichtbaar wanneer de thermostaat is uitgeschakeld en de
LED-controle (1) niet oplicht.)
6
„RESET"-toets": Resetten van de kamerthermostaat naar de standaardinstellingen
7
„ "-toets: Temperatuurgrens verminderen
8
„ "-toets: Temperatuurgrens verhogen
9
„
"-toets: Kamerthermostaat in-/uitschakelen
Het icoon „ " m.a.w. „
" verschijnt slechts wanneer...
• de kamerthermostaat uitgeschakeld is
• die temperatuurgrens bij ingeschakelde kamerthermostaat niet bereikt wordt
5
6
7
Plaatsing van de kamerthermostaat
De temperatuursensor wordt vast in de kamerthermostaat geïnstalleerd. Daarom meet de ka-
merthermostaat de temperatuur op de operationele locatie (bijv. als deze is aangesloten op
een wandstopcontact).
In een afgesloten ruimte zakt koele lucht naar beneden en stijgt warme lucht naar
boven.
Daarom kan het nodig zijn de temperatuurgrens overeenkomstig te kiezen, wanneer
de kamerthermostaat inschakelen verwarmings of airco moet selecterne.
Zorg ervoor dat de aangesloten verwarming of airco ver genoeg opgezet en bestu-
urd wordt van de kamerthermostaat, zodat de interactie zo laag mogelijk is. Anders
komt het tot onnodige veelvuldige omschakelingen.
De kamerthermostaat moet daarom niet gebruikt worden in de buurt van meubels of
gordijnen omdat deze de luchtcirculatie in de ruimte belemmeren.
Plaats de kamerthermostaat zo in het stopcontact (wand-stopcontact),
dat het scherm naar boven plaatst en de frontcontactdoos naar onder.
In deze stand ligt de temperatuursensor aan de onderkant van de ka-
merthermostaat (zie cirkelteken op afbeelding rechts), waardoor deze
niet of nauwelijks door zelfverhitting van de kamerthermostaat wordt
beïnvloed.
In andere bedrijfsstand heeft het verwarmen van de ka-
merthermostaat grote invloed op de temperatuursensor,
waardoor zich sterke afwijkingen voordoen bij het aan-/uit-
schakelen bij de ingestelde temperatuurgrens.
Temperatuureenheid °C of °F selecteren
• Schakel de thermostaat met de toets „
• Houd nu de beide toetsen „ " (7) en „ " (8) gelijktijdig ingedrukt gedurende ongeveer 3 se-
conden om tussen de temperatuureenheid °C (Celsius) en °F (Fahrenheit) om te schakelen.
Selecteren van de werkingsmodus
De kamerthermostaat beschikt over twee verschillende werkingsmodi:
1. Verwarmingmodus
In deze werkingsmodus schakelt de kamerthermostaat de aangesloten belasting in, als de ka-
mertemperatuur daalt onder de ingestelde temperatuurgrens. Deze werkingsmodus is daarom
geschikt voor de aansluiting van een verwarming.
2. Koelmodus
In deze werkingsmodus schakelt de kamerthermostaat de aangesloten belasting in, als de ka-
mertemperatuur stijgt boven de ingestelde temperatuurgrens. Deze werkingsmodus is daarom
geschikt voor de aansluiting van een airco.
Om te schakelen tussen de twee werkingsmodi, gaat u als volgt te werk:
• Schakel de thermostaat met de toets „
het scherm verschijnt de momenteel op de kamerthermostaaazt ingestelde werkingsmodus
(„ " = verwarmingsmodus, „
" = koelmodus).
• Houd de beide toetsen „
" (9) en „ " (8) gelijktijdig gedurende 3 seconden ingedruktt, om
de werkingsmodus te wisselen.
Temperatuur grenswaarde instellen
De rechts onderaan in het scherm weergegeven temperatuurgrens kan met de toets „ " (7)
verlaagd of met de toets „ " (8) verhoogd worden (houd de overeenkomstige knop langer
ingedrukt voor een snelle aanpassing).
De instelling is enkel mogelijk wanneer de kamerthermostaat ingeschakeld is.
" (9) uit zodat de controle-LED, (1) dooft.
" (9) uit zodat de controle-LED, (1) dooft. Boven in