Invoer wachtwoord
*****
2. Na de bevestiging, wanneer het wachtwoord juist is, geeft het scherm overeenstemmende informatie of de zoemer
tsjirpt 5 maal. Het scherm geeft:
Wachtwoord verkeerd!
3. Wanneer het wachtwoord 5 maal op rij verkeerd werd ingegeven, wordt het toetsenbord vergrendeld. Het scherm
geeft:
Het toetsenbord werd vergrendeld!
Opmerking: Het toetsenbord wordt vergrendeld in de mate dat bediening niet meer mogelijk is. Het systeem wordt au-
tomatisch ontgrendeld in de volgende status: 1. Start het systeem opnieuw op. 2. Wacht een half uur.
9.2 Bedieningsstappen
Zorg ervoor dat het systeem uitgeschakeld is, anders geeft het scherm:
Programmeren onmogelijk
Gelieve uit te schakelen
De gebruiker schakelt eerst uit, en voert dan in: PROG + gebruikerswachtwoord (niet het bedieningswachtwoord) + #, het
bedieningspaneel voert de programmeerstatus in. Het scherm geeft:
Voer opdracht in
Volg de cursor, voer de opdrachten in. Wanneer de ingevoerde cijfers verkeerd zijn, drukt u op de *-toets om ze te wissen,
druk daarna op de # -toets om te bevestigen. Wanneer de invoeropdracht correct is, zal het bedieningspaneel tweemaal
tsjirpen. Het scherm geeft:
Voer opdracht in
Voer de programmeeropdracht in. Wanneer de opdracht verkeerd is, zal het bedieningspaneel vijfmaal tsjirpen. Het
scherm geeft:
Opdrachtfout!
Voer de opdrachten in zonder wachtwoord. Wanneer de opdracht correct is, zal het bedieningspaneel vijfmaal zoemen.
Het scherm geeft:
Programmeren mislukt!
Dit geeft aan dat het programma correct is, maar het bedieningspaneel kan de opdracht niet uitvoeren en de gebruiker
moet ze opnieuw invoeren.
Opmerking: Om de programmeerstatus te verlaten, druk op "*" om getallen te wissen. Wanneer alle getallen gewist zijn,
druk op de "*"-toets om af te sluiten. Deze handeling kan worden uitgevoerd door op de #-toets of een functietoets te
drukken. In de programmeer¬status, wanneer gedurende 1 minuut geen toets wordt ingedrukt, zal het programma uit de
huidige status gaan en terugkeren naar de weergave van de klokstatus en status scherpgesteld/uitgeschakeld.
9.3 Basissysteemprogrammering
Om het systeem te programmeren, druk op PROG > gebruikerswachtwoord > #, voer daarna de programmeerstatus in. In
deze status stelt u het systeem in met de opdrachtcode zonder het wachtwoord. Het scherm geeft de overeenstemmende
status of cijfers.
9.3.1 Programmeren van de communicator
(1) Instellen alarmtelefoonnummer
Handelingen: (PROG-> gebruikerswachtwoord->#) ->11->X->Y ... Y-> #
Parameterinstelling: X=1-6, geeft aan 1-6 groepen telefoon, 1 is alarmnummer van de centerstations, 2-6 zijn persoonli-
jke telefoonnummers. Y...Y: geeft een telefoonnummer aan, default telefoonnummer is nihil.
Functies: Het systeem kan 6 groepen van alarmtelefoonnummers instellen. Nummer 1 is voor de centerstations. Wanneer
er een alarm is, zal het systeem de centerstations oproepen en alarminformatie uitzenden met ADEMCO-protocol naar
de centerstations. Indien er geen centerstationservice is, begint het systeem nummer 2 te kiezen., volgens de ingevoerde
alarminformatie. Wanneer de gebruiker niets doet met de alarminformatie (d.i. geen antwoord), zal het systeem tot 30
maal het telefoonnummer kiezen. (zie werking telefoon op afstand).
Bijvoorbeeld: Wanneer de gebruiker nr. 2 en 3 wilt instellen, gaat dit als volgt: PROG gebruikerswachtwoord -> # -> 11->
2 -> telefoonnummer -> # -> 11 -> 3 -> telefoonnummer -> #.
Opmerking: Wanneer er zich een gedwongen alarm voordoet, kiest het systeem telefoon nr. 5 en 6 van de centerstations.
Aanbevolen: de vijfde en de zesde groep van telefoonnummers mogen niet worden ingesteld als persoonlijke mobiele
telefoonnummers.
Invoer: 11XY...Y