– TAAL
De gewenste menutaal selecteren.
– TOETSENBORD
Uw type toetsenbord selecteren en de toet-
senbordinstellingen beheren.
– INGANGEN
Hier kunt u alle ingangen van het apparaat
tonen of verbergen. U kunt ook voor iedere
ingang de naam wijzigen door hiervoor een
van de bestaande namen te selecteren of een
naam in te voeren.
HDMIBEDIENING
Activeer deze functie om de communicatie
met alle via HDMI aangesloten apparaten mo-
gelijk te maken. Zo kunt u de basisfuncties van
alle apparaten in een HDMI-netwerk via één
afstandsbediening aansturen.
Activeer eerst HDMIBEDIENING en se-
lecteer daarna een HDMI-ingang als bron.
Als u al een CEC-compatibel apparaat hebt
aangesloten, verschijnt in plaats van HDMI de
naam van het apparaat. De basisfuncties van
het apparaat kunnen vervolgens automatisch
worden bediend met de afstandsbediening
van de smart-tv
APPARAAT AUTOMATISCH UIT
Activeer deze functie wanneer alle HDMI-ap-
paraten gelijktijdig met het tv-toestel moeten
worden uitgeschakeld.
TV AUTOMATISCH AAN
Activeer deze functie wanneer het tv-toestel
gelijktijdig met de HDMI-apparaten moet wor-
den ingeschakeld.
HDMI EDIDVERSIE
Weergave van de HDMI-EDID-versie
LIJST MET CECAPPARATEN
CEC-compatibele apparaten die via een HD-
MI-aansluiting verbonden zijn met het tv-toe-
stel, worden hier vermeld.
– AAN/UIT
Deze instellingen kunt u ook configureren in
het menu AAN/UIT.
De volgende opties voor energiebesparing
zijn beschikbaar:
SLAAPTIMER
Kies hier een tijdvak waarna het apparaat
wordt uitgeschakeld wanneer het niet wordt
bediend.
BEELD UIT
Hier kunt u het beeld uitschakelen. Kies deze
optie en druk op O K . Wanneer u nu bij een
zwart beeldscherm opnieuw op O K drukt,
wordt de beeldweergave weer geactiveerd.
26
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING BIJ
GEEN SIGNAAL
Kies hier een tijdvak waarna het apparaat
wordt uitgeschakeld wanneer er geen in-
gangssignaal wordt ontvangen.
AUTOMATISCHE SLAAPSTAND
Kies hier een instelling voor de automatische
slaapstand
– FOTO
Afhankelijk van de geselecteerde ingangsbron
zijn sommige menuopties mogelijk niet be-
schikbaar.
BEELDMODUS
Beeldmodus selecteren: GEBRIKER, STAN
DAARD, LEVENDIG, SPORT, FILM, GAME
Bij een wijziging van de instelling verschijnt
soms de waarschuwing dat hierdoor het ener-
gieverbruik kan toenemen. U kunt vervolgens
afbreken of bevestigen met OK.
DOLBY VISIONMELDING
Als deze optie geactiveerd is, wordt geduren-
de korte tijd het Dolby Vision-logo weerge-
geven wanneer u inhoud bekijkt met Dolby
Vision. Als deze optie gedeactiveerd is, wordt
het Dolby Vision-logo niet weergegeven.
AUTOM. ACHTERGRONVERLICHTING
Selecteer een waarde voor de achtergrond-
verlichting: UIT, LAAG, GEMIDDELD, ECO.
Met de instelling UIT kunt u onder ACHTER
GRONVERLICHTING een afzonderlijke in-
stelling configureren.
HELDERHEID
Helderheid verminderen of verhogen (schaal
0-100)
CONTRAST
Contrast verminderen of verhogen (schaal
0-100)
VERZADIGING
Verzadiging verminderen of verhogen (schaal
0-100)
KLEURTOON
Kleurtoon verminderen of verhogen (schaal
-50 -50)
SCHERPTE
Scherpte verminderen of verhogen (schaal
0 - 20)
GAMMA
Selecteer de instelling voor het gamma: DON
KER, MIDDEN, HELDER
KLEURTEMPERATUUR
Selecteer de kleurtoon: GEBRUIKER, KOEL,
STANDAARD, WARM. U kunt rode, groene
en blauwe tinten ook afzonderlijk instellen.
WEERGAVEMODUS
Selecteer de gewenste weergavemodus.