Montage- en gebruiksaanwijzing
Alarm:
Er wordt een alarm gegenereerd, wanneer de voelers van de transmissieinrichting (6) uit de
lekdetectievloeistof (14) naar boven komen.
• De lekdetectievloeistof (14) navullen
• Wanneer na korte tijd weer een alarm ontstaat, is er sprake van een ondichtheid. In dat geval:
• loodje aan de toetsschakelaar "alarm geluid" (A2) verwijderen, toetsschakelaar indrukken
alarmgeluid (A4) en extra alarm eindigt, rood alarmlampje (A3) blijft branden
• gespecialiseerd bedrijf met het controleren van het lekdetectietoestel respectievelijk met het
verhelpen van de lekkage en hernieuwde inbedrijfstelling belasten
FUNCTIECONTROLE / ONDERHOUD
Het LAG 2000 dient tenminste 1 keer per jaar of na een onderhoudsbeurt en reparatie ten aanzien
van de correcte werking te worden gecontroleerd. Hierbij dient het volgende te worden gedaan:
1. Controle van het detectietoestel (1):
• Testschakelaar (5) indrukken
• Alarm (A4) wordt geactiveerd en rood alarmlampje (A3) brandt
• Indien aanwezig wordt het extra alarm geactiveerd
• Testschakelaar ontgrendelen
• Alarm eindigt
detectietoestel OK
2. Controle van de transmissieinrichting (6):
• Transmissieinrichting uit lekdetectievloeistoftank (8) trekken
• Alarm (A4) wordt geactiveerd en rood alarmlampje (A3) brandt
• Indien aanwezig wordt het extra alarm geactiveerd
• Transmissieinrichting in de lekdetectievloeistoftank plaatsen
• Alarm eindigt
transmissieinrichting OK
3. Controle van het lekdetectievloeistofsysteem
• Tank en testventiel (11) instellen
• Testventiel openen
• Lekdetectievloeistof (14) komt met tenminste 0,5 l/min naar buiten
•
leiding niet verstopt
• Alarm (A4) wordt geactiveerd en het rode alarmlampje (A3) brandt
• Indien aanwezig wordt er een extra alarm geactiveerd
• Testventiel sluiten
• Visuele controle van de lekdetectievloeistof op verontreinigingen
• Lekdetectievloeistof niet verontreinigd
•
lekdetectievloeistof OK
• Transmissieinrichting (6) uit de lekdetectievloeistoftank (8) nemen
• Lekdetectievloeistof (14) tot aan het midden van het kijkglaasje aanvullen
• Transmissieinrichting weer correct aanbrengen
• Alarm eindigt
• Lekdetectievloeistofsysteem OK
Aanvullende onderhoudswerkzaamheden zijn bij het LAG 2000 niet noodzakelijk.
GEBRUIKSAANWIJZING BIJ HET OPSPOREN VAN STORINGEN
• Geen reparatie of veranderingen aan het LAG 2000 uitvoeren
• Het LAG 2000 mag uitsluitend door de fabrikant worden gerepareerd
Bij de volgende storingen dienen de desbetreffende controles door een gespecialiseerd bedrijf
worden uitgevoerd:
Artikelnummer 15 072
Uitgave 06.2003
Pagina 7 van 13