Fotovoltaïsche omvormer serie ES
2.7
Werking
Vanaf het aanleggen van de toevoerspanningen bevindt de fotovoltaïsche
omvormer zich in de gereedheidsmodus.
2.8
Omgang met FV-moles
Controleer voor het aansluiten van uw FV-modules op de fotovoltaïsche
omvormer, of deze voor het gebruik met uw FV-modules geschikt is.
Houd er bij het aflezen van de waarden rekening mee, dat FV-modules
een hogere leegloopspanning bij lagere temperaturen en onveranderde
zonbestraling bereiken.
Voor schade die hierdoor aan de FV-modules en aan de fotovoltaïsche
omvormer ontstaat, is de firma EFFEKTA Regeltechnik GmbH niet
aansprakelijk!
Bij -20 °C mag de leegloopspanning van de FV-modules niet boven 500 V
liggen. Voor de bepaling van de theoretische leegloopspanning bij -20 °C
kunt u de geschikte temperatuurfactoren vinden op het gegevensblad van
de FV-modules.
Als de leegloopspanning van de FV-modules boven 500 V ligt, mogen de
FV-modules niet aangesloten worden, omdat dit schade aan de
fotovoltaïsche omvormer veroorzaakt!
De fotovoltaïsche omvormer bevat een bewakingseenheid voor
lekstromen volgens VDE 0126-1-1. Deze eenheid meet de aardingsstroom
van de FV-modules en verhindert in geval van een aardingsfout de
voeding in het net.
Serie ES
Veiligheidsvoorschriften
18