4.2
Aansluitingen EMB 7300 5A-0101, EMB 7300 5A-0101-T, EMB 7300 10A-0101
WAARSCHUWING!
Aansluiten in spanningsloze toestand! Netspanning uitschakelen en
beveiligen tegen opnieuw inschakelen! Accu's afklemmen!
Let op:
De kabels moeten volgens de geldende wettelijke voorschriften worden geplaatst. Voor zwakstroom uitsluitend
kabels zonder aardingsgeleider gebruiken. De doorsnede van de klem bedraagt voor de aandrijfaansluiting
max. 4 mm² (fijndradig) of 6 mm² (eendradig). Voor alle andere aansluitingen max. 1,5 mm², min. 0,5 mm².
De lengte en de doorsnede van de leiding zijn afhankelijk van het aandrijftype en het aantal aandrijvingen.
De lengte en de doorsnede van de leidingen kunnen met behulp van de volgende formule worden berekend:
▪
*) bij automatische ventilatiebesturing op de max. levensduur van de aandrijving letten!
▪
In geval van brand wordt eerst het triggersignaal gegeven voor de RWA en daarna voor de ventilatie.
Steekklemmen! Voor de aansluiting losmaken!
Leiding-eindmodule plaatsen bij de laatste aandrijving van de lijn!
Instructies voor de configuratie van de installatie
USB
Met de systeemsoftware kan tussen "dodeman"-werking (standaard) en "zelfvergrendeling"
worden omgeschakeld, de controle van de aandrijflijn kan uitgeschakeld worden
(standaard = aan) en er kan een sluitautomatisme worden ingesteld.
Kleuren:
BU
BN
WH
BK
Aandrijving
Leiding-eindmodule
Reset
14
A =
doorsnede van de leiding in mm²
stroom van de aangesloten
I =
aandrijvingen in A
blauw
bruin
wit
zwart
1 2 3
Kl.
1 2
-
=
+
- +
=
BU
1
M
2
BN
3
BN
M
BU
Nominale stroom: ≤ 5 A (EMB 7300 5 A) / ≤ 10 A (EMB 7300 10 A)
Automatische ventilatiebesturing*)
A: open
l =
∆U =
A
Z
B
S
A
USB
Z: dicht
EMB 7300 / Installatie- en gebruikershandleiding
lengte van de leiding in m
spanningsverlies op de
leiding = 2 V DC
A
Z
of
1
2 3 4 5 6
Stop
Ventilatievoelers
Ventilatie