Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

EIJKELKAMP 06.15 Gebruiksaanwijzing pagina 19

Penetrologger set
Inhoudsopgave

Advertenties

6. Kies START om de meting te beginnen en de startdiepte (oftewel de referentie-
diepte t.o.v. de dieptereferentieplaat) op 0 cm in te stellen. Een tikkend geluid is
hoorbaar wanneer de penetrologger actief is.
7. Druk de penetrologger gelijkmatig en zo verticaal mogelijk omlaag, met een con-
stante snelheid zoals is ingesteld in het plan.
Wanneer de aanbevolen snelheid van 2 cm/s gebruikt wordt, is de totale tijd om de
diepte van 80 cm te bereiken zo'n 40 sec.
Gebruik de waterpas op de penetrologger om te controleren of de
meting verticaal uitgevoerd wordt.
Op het scherm wordt de afwijking van de ingestelde snelheid (± 40 procent) aange-
geven door middel van een snelheidsindicator.
Indien de penetratiesnelheid buiten het toegestane bereik komt (de logger geeft
een piepsignaal af) dient de meting beëindigd te worden, omdat geen representa-
tieve waarde verkregen zal worden. Bewaar de meting niet.
Geeft de snelheidindicator een uitslag naar onderen (naar "S"), dan
wordt te snel gedrukt. Druk langzamer.
Geeft de snelheidindicator een uitslag naar boven (naar "L"), dan wordt te langzaam gedrukt.
Druk sneller.
Rechtsonder in het scherm worden de actuele meetwaarden van druk (lees: indringingsweerstand) en diepte
weergegeven.
Indien tijdens de meting de uitgezonden ultrasone signalen niet ontvangen worden door de sensor en er
geen correcte diepte-meting uitgevoerd kan worden, zal " - - - " verschijnen bij de actuele diepte-weer-
gave. De meting dient beëindigd te worden.
8. Na het bereiken van een diepte van 80 cm wordt de meting beëindigd. Kies STOP om de meting voortijdig
af te breken indien de maximale diepte niet mogelijk of wenselijk is.
Kies JA op de vraag of de meting opgeslagen moet worden, of NEE om de meting
niet te gebruiken en opnieuw te doen.
9. Verricht eventueel een volgende herhalingsmeting bij dezelfde plot (afhankelijk van
het ingestelde aantal penetraties per plot). Kies een plek die minstens 1 m van de
andere meetplek(ken) vandaan ligt, zodat de metingen elkaar niet beïnvloeden.
Voer tevens de overige metingen uit.
Bij het meten kunnen in het SYSTEEM INFO MENU (kies INFO in het HOOFD MENU)
een aantal zaken worden gecontroleerd:
Actuele datum en tijd.
Batterij. De resterende capaciteit van de batterij in % (bepaald via batterijspanning).
Een waarde van 100% geeft een volle batterij aan.
Serienummer van de penetrologger.
Software versie.
Hardware versie.
Aantal verrichte metingen (penetraties) in het geheugen.
Aantal nog te verrichten metingen ("Gereserveerd").
Nog beschikbare geheugen.
1 9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor EIJKELKAMP 06.15

Inhoudsopgave