WAARSCHUWING
Plaats het rooster op de juiste wijze op
een overeenkomstig rek in de ovenholte en
duw het naar het einde.
5. REINIGING EN
ONDERHOUD
5.1 Schoonmaak
WAARSCHUWING: Schakel het
apparaat uit en laat het afkoelen
alvorens het schoon te maken.
Algemene instructies
•
Controleer of de
schoonmaakmiddelen geschikt zijn
en door de fabrikant worden
aanbevolen voor gebruik op uw
apparaat.
•
Gebruik roomreinigers of vloeibare
reinigingsmiddelen die geen deeltjes
bevatten. Gebruik geen bijtende
(corrosieve) crèmes, schurende
reinigingspoeders, ruwe staalwol of
hard gereedschap, aangezien deze de
oppervlakken van de kookplaat kunnen
beschadigen.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
deeltjes bevatten, aangezien deze
krassen kunnen maken op het glas, de
geëmailleerde en/of gelakte
onderdelen.
van uw apparaat.
•
Mochten er vloeistoffen overlopen,
maak deze dan onmiddellijk schoon om
te voorkomen dat onderdelen
beschadigd raken.
Gebruik geen stoomreinigers voor het
reinigen van onderdelen van het
apparaat.
NL - 37