Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 17 - Voorbeelden van namen die in dit hoofdstuk voor apparaten worden gebruikt.
4.3
KOPPELEN MET EEN BLUETOOTH® -APPARAAT
De Omni2 moet eert in Discoverymodus worden gezet door middel van de onderstaande volgorde:
•
Ga naar Bluetooth®modus en kies het apparaat dat u wilt koppelen.
•
Sla de SID uit in voorwaartse richting en houdt vast totdat er een piep klinkt. Dit zal ongeveer 10 seconden duren.
Laat daarna los.
•
Sla de SID uit in achterwaartse richting en houdt vast totdat er een piep klinkt. Dit zal ongeveer 10 seconden duren.
Laat daarna los.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder weergegeven. Het knipperende blauwe icoon (aangegeven door de pijl) bevestigt dat
de Omni2 in ontdekkingsmodus is.
Figuur 18 - Voorbeeld van het scherm 'ontdekkingsmodus'.
Afhankelijk van het soort apparaat waarmee de Omni2 wordt gekoppeld (een pc draaiend op Windows, een Android-apparaat
of een iDevice) verwijzen we naar één van de onderstaande drie hoofdstukken.
4.3.1
KOPPELING MET EEN WINDOWS PC
Als de computer geen geïntegreerde Bluetooth® heeft, moet een Bluetooth® ontvangst-dongle worden gebruikt en moeten
hiervoor drivers worden geïnstalleerd.
De volgende apparaten kunnen als Bluetooth® dongles worden gebruikt:
•
Trust BT-2400 of latere versie
•
Belkin F8T012uk1 Versie 1000 of latere versie
Nadat een Bluetooth®-koppeling is bevestigd, moet de volgende procedure op de computer worden uitgevoerd (voorbeeld op
basis van Windows 10):
32 | R-net Omni2 gebruikershandleiding | Bluetooth
®
instellen
Curtiss-Wright | PG Drives Technology
SK82614-01
Advertenties
Inhoudsopgave
