ABC-1
3. Aansluitingen
De remmodule is uitgerust met modulaire aansluitklemmen waarin je de kabels steekt en
schroeft voor de aansluiting op de rails en de schakelaar (of een vergelijkbaar circuit).
Instellen van de remsectie
Houd er bij het bepalen van de lengte van de remsectie rekening mee dat de langste trein
binnen de sectie tot stilstand moet komen. Snijd de rechter spoorstaaf, gezien in de rijrichting,
aan beide uiteinden van de remsectie af.
Aansluitingen op de rails
Sluit aansluitingen 1 en 4 van de remmodule aan op de rechter rail van het normale spoor
voor de remsectie en op de rechter rail in de remsectie gezien in de rijrichting volgens de
illustratie.
Een schakelaar aansluiten
De remmodule wordt overbrugd met een schakelaar
om een trein door te laten rijden nadat hij gestopt is, of
een trein te laten passeren zonder te stoppen.
Je kunt als schakelaar gebruiken
een aparte schakelaar als je de remmodule handmatig wilt (de)activeren
de schakeluitgang van een aparte schakeling (bijvoorbeeld om een sein met dubbele
spoelaandrijving aan te sturen).
Als je de remmodule samen met een lichtsignaal wilt schakelen, moet je een relais parallel
schakelen met de groene lamp/led. Met het maakcontact van het relais overbrug (deactiveer)
je de remmodule als het sein in de "groene" stand staat.
!
Opmerking:
De volledige stroom voor de trein in de remsectie moet via de verbindingskabels naar de
rails en naar de schakelaar worden geleid. Zorg er daarom voor dat de kabeldoorsnede
voldoende is en dat de verbindingskabels naar de rails en naar de schakelaar zo kort
mogelijk zijn om een hoog spanningsverlies te voorkomen.
Als je lange verbindingskabels nodig hebt voor de schakelaar, wordt het gebruik van een
externe schakelaar (bijvoorbeeld een schakeldecoder) aanbevolen.
6 | Aansluitingen
tams elektronik
1
Normaal spoor voor de
remsectie
(spooruitgang van de
booster)
2
Schakelaar
3
Schakelaar
4
Remsectie