32
Gewenste toegang
Numerieke toetsen van
het ingebouwde
toetsenblok
Cursortoetsen van het
ingebouwde
toetsenblok
Toetsen van het centrale
toetsenbord
Windows-toetsen
Het toetsenbord heeft twee toetsen waarmee specifieke Windows-functies
worden uitgevoerd.
Toets
Toets met het
Windows
Num Lock ingeschakeld
Typ getallen op de
gebruikelijke wijze.
Houd de <
>-toets
ingedrukt terwijl u de
cursortoetsen indrukt.
Houd <Fn> ingedrukt
terwijl u letters typt op
het ingebouwde
toetsenblok.
Beschrijving
Start-knop. In combinatie met deze toets worden
specifieke functies uitgevoerd. Hieronder volgende
enkele voorbeelden:
<
> : Het Startmenu openen of sluiten
<
> + <D>: Het bureaublad weergeven
<
> + <E>: Windows Verkenner openen
<
> + <F>: Een bestand of map zoeken
<
> + <G>: Door de hulpmiddelen van de Sidebar
bladeren
<
> + <L>: Vergrendelt de computer (als u verbonden
bent met een netwerkdomein), of schakelt naar een
andere gebruiker (als u niet bent verbonden met een
netwerkdomein)
<
> + <M>: Hiermee minimaliseert u alle vensters.
<
> + <R>: Hiermee opent u het dialoogvenster
Uitvoeren.
<
> + <T>: Bladeren door programma's op de
taakbalk
<
> + <U>: Ease of Access Center openen
<
> + <X>: Windows Mobility Center openen
Num Lock uitgeschakeld
Houd <Fn> ingedrukt
terwijl u de
cursortoetsen indrukt.
Typ de letters op de
gebruikelijke wijze.