9. TECHNISCHE ONDERSTEUNING - GARANTIE
Storing
Oorzaak
• De grasmachine
• Geen voeding
start niet
• Grasmachine uitgescha-
keld
• Stop-knop zit ingedrukt
• Verkeerde programmering
• Accu leeg
• De grasmachine
• Beschadigde kabel
heeft de maaizone
• Hoek van de kabel
verlaten
• Lengte van de kabel
• De robot gaat niet
• Bumper geblokkeerd
vooruit
• Gras te lang
• Kabel doorgesneden
• De robot maait niet
• Messen
goed
• De robot stopt
• Een te steile helling
• Geblokkeerde messen
• De accu wordt niet
• Slechte verbinding
opgeladen
• Accu buiten werking
• De grasmachine is
• Obstakel
niet teruggegaan naar
de basis
• Kabel doorgesneden
De detectie-leds op
de voorkant van de
grasmachine werken
niet
De grasmachine sta-
Installatieprobleem
biliseert zich niet op
de basis
De verklikkerlampjes
op de basis
gaan niet aan
Pieptonen
Rode leds knipperen
Verlaten van de maai-
zone
Oplossing
• Controleer of de basis correct is aangesloten
• Controleer of het LCD-scherm van de grasmachine
aanstaat.
• Deactiveer de STOP-knop door er nogmaals op te
drukken.
• Controleer het programma van de timer.
• Laad de accu op (minstens om de 3 maanden als de
machine niet gebruikt).
• Controleer de hele perimeterkabel en repareer hem.
• De hoek van de kabel mag niet kleiner dan 125° zijn.
• De perimeterkabel is te lang. Het wordt aanbevolen om
300 m niet te overschrijden.
• De bumper schoonmaken en controleren of hij weer
goed op zijn oorspronkelijke plaats terugkomt.
• Het gras de eerste keer met een traditionele grasmachi-
ne maaien en vervolgens de robotmaaier voor de rest van
het seizoen gebruiken.
• De perimeterkabel controleren
• De grasmachine uitschakelen en controleren of de mes-
sen goed vastzitten en in goede staat zijn. Indien nodig de
messen vervangen.
• De helling mag niet steiler dan 30° zijn.
• De grasmachine uitschakelen en controleren of de mes-
sen niet door iets geblokkeerd worden
• Controleer of de oplaadcontactpunten van de grasma-
chine goed in contact staan met de contactstrips van de
oplaadbasis
• Controleer of de oplaadcontactpunten van de grasma-
chine schoon zijn
• Vervang de accu
• Controleer of de grasmachine niet geblokkeerd wordt
door een voorwerp, een hobbel of een gat.
• De perimeterkabel controleren
OPGELET: deze leds zijn alleen actief als de grasmachine
de draad volgt, maar niet tijdens het maaien wanneer
alleen de mechanische detecties werken
Controleer of de basis geheel horizontaal is. Breng de
voorkant van de basis licht naar beneden zodat de gras-
machine gemakkelijk naar binnen kan. Controleer of de
draad die onder de basis loopt, niet in de knoop zit of
een bocht maakt. De grasmachine moet recht ten opzich-
te van de basis staan over minstens 1 meter.
Controleer of de basis correct is aangesloten. Controleer
de 29V DC-uitgang van de voeding
De pieptonen geven een statuswijziging aan: verlaten van
de zone, blokkering of eenvoudigweg dat de batterij opge-
laden is
Fout in de draadvergrendeling. Controleer of de draad
niet doorgesneden is
Controleer of er geen hoeken zijn kleiner dan 90°
Easymate by Extel - GARDEN 1000 - V3
NL7