in contact gebracht worden met de contactstrips van de oplaadbasis. (afb. 11). De rode led gaat aan.
4. De grasmachine kan tevens direct opgeladen worden door de bijgeleverde oplader op de achterkant van de
grasmachine aan te sluiten. (afb. 12).
Opmerking:
- De accu moet volledig opgeladen zijn voor het eerste gebruik
- De voedingsadapter moet perfect aangesloten zijn op de basis en stevig vastgeschroefd zijn.
- Als de grasmachine opgeladen moet worden, gaat deze automatisch terug naar de oplaadbasis.
Opgelet: de contactstrips van de oplaadbasis staan onder spanning (24V DC). Om kortsluiting te voorkomen mogen deze
nooit aangeraakt worden met een geleidend voorwerp of door een persoon, als de basis aangesloten is op het elektriciteitsnet.
d) Instellen van de maaihoogte
De maaihoogte kan aangepast worden door de messen te vervangen of door de stand ervan aan te passen. Er
zijn 3 verschillende maaihoogtes mogelijk (3, 4 of 5 cm). De maaihoogte van 4 cm wordt verkregen door de set
van platte messen. De maaihoogtes van 3 en 5 cm worden verkregen door de set gecurvde messen om te
draaien. (afb.13).
De moer losschroeven met een sleutel en vervolgens weer vastschroeven nadat u de messen in de gewenste
stand heeft gezet.
Opgelet: Voor iedere handeling betreffende de messen moet de grasmachine uitgeschakeld zijn.
Opgelet: het wordt aanbevolen om een hoge maaihoogte in te stellen tijdens de eerste keren dat de grasmachine
gebruikt wordt, om te voorkomen dat de kabel beschadigd raakt. De kabel zal steeds dieper in de grond gaan liggen
waarna een lagere maaihoogte ingesteld kan worden.
6. GEBRUIK
a) Starten
1. Druk op de knop
onder de klep om het LCD-scherm in te schakelen.
2. Het scherm geeft aan "VOER PINCODE IN". Voer de pincode in, druk op OK om te valideren (standaard 0000).
3. Druk op start om de grasmachine te starten. De grasmachine vertrekt van de basis en begint met maaien.
Opmerking: Volg de machine tijdens het eerste gebruik om te controleren of het voorwiel de kabel niet raakt.
4. Als de accu leeg is, plaatst de grasmachine zich op de kabel en volgt deze om terug te gaan naar de basis waar
hij opgeladen zal worden.
5. Zodra de accu opgeladen is, zal de grasmachine verder gaan met maaien (behalve als dit buiten een ingesteld
tijdprogramma gebeurt).
6. Druk op ieder willekeurig moment op
om de grasmachine naar de basis te laten gaan.
7. Druk op MENU om toegang te krijgen tot de instellingen
8. Druk op ieder willekeurig moment, en met name in geval van direct gevaar, op de rode STOP-knop op de
grasmachine om deze tot stilstand te brengen. Als de STOP-knop ingedrukt wordt, is geen enkele functie meer
beschikbaar. U moet er nogmaals op drukken om de beveiliging te deactiveren.
b) Instellingen
In het menu zijn de volgende functies beschikbaar:
-. Bepalen van de zone
- Timer
- Instellen van de pincode
- Bepalen van datum en tijd
- Taal
Druk op OK om toegang te krijgen tot het submenu of
om terug te gaan.
c) Bepalen van de zone (Afb.14)
Voor complexe terreinen en om zich ervan te verzekeren dat de grasmachine op iedere plek komt, kunt u 3
zones instellen.
- De grasmachine uitschakelen en deze op de kabel plaatsen op minstens 1 meter van de basis. De grasmachine zal
met de achterkant na ar het basisstation staan, het te maaien oppervlak bevindt zich links van de grasmachine.
met de achterkant na ar het basisstation staan, het te maaien oppervlak bevindt zich links van de grasmachine.
- Druk op de knop
om het LCD-scherm in te schakelen.
NL5
Easymate by Extel - GARDEN 1000 - V3