8. Oplaadcontacten
9. Oplaadconnector
10. Regensensor
b. Automatische oplaadbasis (afb. 3)
1. Contactstrips voor opladen (x2)
2. Grondbevestigingsgat (x4)
3. Verklikkerlampjes
4. Bevestigingspaal van de perimeterkabel
5. Oplaadconnector
5. INSTALLATIE
a) Installatie van de oplaadbasis
1. De oplaadbasis moet geïnstalleerd worden op een vlakke en stevige ondergrond waar hij eenvoudig op het
elektriciteitsnet aangesloten kan worden
2. Er moet een ruimte van minimaal 2m zonder obstakels en zonder hoeken voor de basis zijn. De basis moet op
minstens 40 cm van de rand van het gazon gelegen zijn. (afb. 4).
3. Begin met het bevestigen van de perimeterkabel onder het basisstation en maak vervolgens het basisstation
vast met de 4 daarvoor bedoelde spijkers. (afb. 5). De basis centraal op de kabel plaatsen en een ruimte van min-
stens 15 cm voorzien om de kabel aan de achterkant van de basis te bevestigen.
Opgelet: De grasmachine gaat terug en vervolgens naar rechts. Het terrein dat gemaaid moet worden, moet zich dus
rechts van het basisstation bevinden. (afb. 6).
b. Installatie van de perimeterkabel (afb.7)
1. De perimeterkabel begint aan de achterkant van de oplaadbasis, gaat onder de oplaadbasis door, is tegen de
richting van de wijzers van de klok in geplaatst en eindigt achter de basis. Aan beide uiteinden een extra ruimte
van minstens 15 cm voorzien om de kabel aan de achterkant van de basis te bevestigen.
2. De minimale doorgangsbreedte is 0,5 meter (zie afb.14 voor meer details).
3. Rechte hoeken (90°) zijn verboden: de hoek moet minstens 125° zijn.
4. Als er zich eilandjes op de maaizone bevinden van bijvoorbeeld bloemen, struiken of bomen, is het mogelijk om
deze met de kabel te isoleren. Let erop dat de kabel niet gekruist ligt en laat maximaal 1 cm ruimte over voor het
gedeelte dat tot aan het eilandje gaat.
5. De kabel moet op 30 cm van de rand van het gazon geplaatst zijn, met uitzondering van de 2 meter voor de
oplaadbasis die op 40 cm van de rand van het gazon moet liggen. (Afb.8).
6. Bevestig de kabel stevig op de grond met de bijgeleverde spijkers. Het wordt aanbevolen om 2 à 3 meter ruim-
te tussen de spijkers te laten. De spijkers kunnen dichter op elkaar geplaatst worden als het terrein hierom vraagt
(verandering van richting, gat, ...). (afb.9).
7. De kabel moet strak staan en volledig op de grond geplakt zijn om niet doorgesneden te worden tijdens het maaien.
8. Als de kabel bevestigd is, deze over een lengte van 2 cm aan beide uiteinden van de kabel blootleggen.
9. De connectors van de kabel aan de achterkant van de basis losschroeven. Het uiteinde van de kabel die onder
de basis loopt aansluiten op de rode connector. Het andere uiteinde aansluiten op de zwarte connector. (afb.10)
Opmerking: de perimeterkabel heeft een polariteit. Zorg ervoor dat de bedrading goed in acht wordt genomen.
10. De connectors weer stevig vastschroeven zodat de kabel vast blijft zitten.
Opmerking: Het is niet nodig om de draad onder de grond te leggen. Hij zal met de tijd zelf zijn plek vinden. Om deze
reden raden wij u aan om te beginnen met hoog afmaaien.
c) Onder spanning brengen en opladen
1. Begin met het aansluiten van de voedingsadapter die aan de achterkant van de oplaadbasis zit.
2. Sluit de adapter op het elektriciteitsnet aan.
Opmerking: De groene led van de basis moet aangaan. Als de rode led van de basis knippert, betekent dit dat er een
probleem is met de lus van de kabel. Controleer vooral of de kabel goed aan de basis vastzit en of deze niet
doorgesneden is.
3. Om de accu van de grasmachine op te laden, moeten de 2 contactpunten aan de voorkant van de grasmachine
NL4
Easymate by Extel - GARDEN 1000 - V3