5.
GEBRUIK
5.1
Dagelijks gebruik
Dit apparaat is uitsluitend be-
doeld voor het bewaren van wijn
Het wijnbewaarcompartiment is
gemarkeerd
(op het typeplaatje) met
Reiniging
Voordat het apparaat voor de eerste keer
wordt gebruikt, de binnenzijde en alle in-
terne onderdelen reinigen met lauwwarm
water en een neutrale zeep om de typi-
sche geur van een nieuw product te ver-
wijderen, daarna zorgvuldig drogen.
• Door het langdurig openen van de deur
kan de temperatuur in de bewaarcom-
partimenten aanzienlijk stijgen.
• Reinig regelmatig de oppervlakken die
in contact komen met voedsel en toe-
gankelijke afvoersystemen.
• Bewaar rauw vlees en vis in geschikte
houders in de wijnkoeler, zodat het niet
in contact komt met ander voedsel of
vocht kan lekken.
• Als het koelapparaat langdurig leeg
is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig
en droog het apparaat en laat de deur
open staan om schimmelvorming aan
de binnenzijde te voorkomen.
5.2
Deur openen
Om de deur te openen:
- duw op de linkerkant van het deurpaneel
om de deur te openen
- of trek de deur open
5.3
Eerste gebruik
Voor het eerste gebruik moet
de binnenkant en de interne ac-
cessoires worden gereinigd met
lauwwarm water en een neutrale
zeep, daarna zorgvuldig worden
gedroogd.
Gebruik geen reinigingsmiddel of
schuurpoeder, aangezien dit de
afwerking kan beschadigen.
Om het apparaat in te schakelen, drukt u
op de AAN/UIT-toets en stelt u de juiste
temperatuur in voor de betreffende wijn.
5.4
Functie
temperatuurherstel
Bij een stroomuitval onthoudt de wijnkoe-
ler de laatst ingestelde temperatuur en
bij het weer inschakelen van de stroom,
keert de temperatuur terug naar de oor-
spronkelijke instelling.
NEDERLANDS
9