m SHIFT
•
Een 2- of 3-cijferig nummer invoeren
(gebruik deze toets in combinatie met
het numerieke toetsenbord).
n PROG
•
Tracks programmeren.
•
Radiostations programmeren.
o Numeriek toetsenblok
•
Een track rechtstreeks vanaf een disc
selecteren.
p ALBUM +/-
•
Naar het vorige/volgende album gaan.
q
•
Het afspelen beëindigen of een
programma wissen.
r INTRO
•
Alle tracks scannen.
/
s
•
Snel vooruit/achteruit gaan in een
track of disc.
•
Afstemmen op een radiostation.
t
•
Het afspelen starten of onderbreken.
/
u
•
Naar de vorige/volgende track gaan.
•
Een voorkeurstation selecteren.
v CLOCK
•
De klok instellen.
w SHUFFLE
•
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen.
x REPEAT/ST.
•
Een herhaalmodus selecteren.
•
Stereo- of monogeluid voor een FM-
radiostation selecteren.
NL
153