Bedieningshandleiding
Transport- en hijsaanwijzingen
Let op a.u.b. en neem het volgende
in acht:
Het transportvoertuig moet op een effen en horizontale
ondergrond geparkeerd zijn.
Het transportvoertuig moet overeenkomend gezekerd zijn
om tijdens het opladen van de lift een wegrollen te
verhinderen.
Draag er zorg voor, dat de laadcapaciteit van het voertuig
dito de laadvlaktes, kettingen en gordels voldoende
afgemeten zijn om het gewicht van de lift te trotseren.
Het gewicht van de lift is op het typebordje aan de lift
aangegeven.
De lift moet aan het transportvoertuig met kettingen of
gordels met voldoende stevigheid volgens de regels
gezekerd worden.
Verladen van de lift
Verwijder alle lastopnamemiddelen van de lift en steekt u de
kraanarmen in de daarvoor voorziene opnames.
1. Laat de mast helemaal naar beneden neer om hem voor
het transport te zekeren.
2. Draai de plaathouderbarrière boven de mast.
3. Hijs de mast zover, tot hij de plaathouderbarrière aanraakt.
4. Stel de verlaadwielen in de gewenste positie. Controleer of
de splitpen goed gefixeerd is.
18
5 Zeker de achterste bodemrollen.
6. Zet de lift tegen het voertuig. Maak gebruik van de juiste
hijsmethodes om de lift in het transportvoertuig te laden.
Controleer of de mast in neergelaten positie door de
plaathouderbarrière gezekerd is.
7. Zeker de lift met minstens een ketting of met een gordel op de
laadvlakte. Plaats de ketting of de gordel over de mast. Bij het
plaatsen van de ketting of de gordel over de benen kunnen de
benen beschadigd worden.
8. Neem bij het uitladen de verlaadaanwijzingen in omgekeerde
volgorde in acht.
Lift met een kraan opladen
Steek de kraanarmen en stabilisatoren in de
desbetreffende transportopnames.
Controleer de gehele lift op losse
c.q. niet –beveiligde delen.
Gebruik de laadbeugel aan de
achterste mastzuil.
Schuif de optilhaak altijd zo door
de laadbeugel , dat hij van de lift
weg wsijst.
Lift Universal
P R E M I U M