Belangrijke aanwijzingen:
a) Kraanarmen aan de zijkant
De kraanarmen aan de zijkant zijn in principe vanaf
een hijshoogte van 5 meter in te zetten.
Om de kraanarmen aan de zijkant te fixeren, trekt u de
splitpen eruit en steekt u de kraanarmen in de daarvoor
aangebrachte zak aan het basisrijonderstel, tot hij hoorbaar
vastgeklikt is.
b) Schuif de kraanarmbenen altijd zo ver mogelijk in de zakken
van het rijonderstel, tot de splitpen vastgeklikt is. Herhaal
deze verrichting voor iedere kraanarm.
Inrichten van de lift
1. Plaats de lift in positie bij de geplande werkplek.
2. Neem de kraanarmen uit de kraanarmopname en leg ze
naast het onderstel
2.2 Contragewichten
De kraanarmbenen moeten met een bevestiging voor
de gewichts-box naar achteren en het korte
T-onderstel naar voren ingestoken worden.
Bevestig daarna de gewichts-box aan de passende
opnames aan het achterste gedeelte van de kraanarm-
benen en voorzie de box met het correcte aantal contra-
gewichten.
Lastopnamemiddelen
Verstelbare gaffel
1. Plaats de gaffel in de slee.
2. Breng de bevestigingsbout in.
3.Stel de gaffel in op de gewenste breedte en vergewis u zich ervan,
dat de splitpennen op een correcte manier in de gaffel geplaatst
zijn.
Apparaten met standaardkraanarmen
1.Plaats de gaffel in de slee.
2.Breng de bevestigingsbout in.
3.Bevestig de harpsluiting voor het hijsen van de last aan het
gewenste gat van de kraanarm.
Lift Universal
P R E M I U M
Bedieningshandleiding
Inrichting
11