Neemt u de lift alleen in gebruik, wanneer
de volgende voorwaarden nagekomen zijn:
U kent en neemt de beginselen van de veilige werking
van de machine in deze bedieningshandleiding in acht:
1. Vermijd gevaarlijke situaties. Maakt u zich
vertrouwd met de veiligheidsvoorschriften
voordat u met het volgende kapittel verder
gaat.
2. Voer altijd een inspectie uit voor het
inbedrijfstellen.
3. Voer voor het gebruik altijd de functietests uit.
4. Controleer de werkplek. U moet de afzonderlijke
stappen van de werkplekinspectie kennen en
begrepen hebben, voordat u met het volgende
kapittel verder gaat.
5. Gebruik de lift alleen voor het voorziene doel.
Fundamentele handelingen
De inspectie van de werkplek helpt de bediener vast te
stellen of de werkplek voor een veilig gebruik van de lift
geschikt is. De inspectie zou door de bediende uitgevoerd
moeten worden, voordat de lift op de werkplek geplaatst is.
De bediener is daarvoor verantwoordelijk de aanwijzingen
betreffende werkplekgevaren te lezen en te kennen. Deze
gevarenpunten zijn bij het bewegen, inrichten en gebruik
van de lift te vermijden.
Inspectie van de werkplek
De volgende gevarenbronnen moeten vermeden worden:
- Hellingen of gaten
- Drempels en obstakels op de grond
- Puin
- Obstakels boven hoofdhoogte en hoogspanningsleidingen
- Gevaarlijke locaties
- Voor het dragen van de machinelast ongeschikte vlaktes
- Ongunstige wind- en weersomstandigheden
- Andere mogelijkerwijze onveilige omstandigheden.
Lift Universal
P R E M I U M
Bedieningshandleiding
13