Afbeelding 6-148
③Stel de retourtemperatuur instelling in.
Raak "Retourtemp instelling" aan.
Selecteer de instelwaarde voor de
detectietemperatuur van de IU
retourluchtsensor uit −2.0°C, −1.5°C,
−1.0°C, 0.0°C, +1.0°C, +1.5°C of +
2.0°C en raak de knop "Bevestigen"
aan.
191