2.19
BRANDSTOFPOMP
OMGAAN MET BRANDSTOFTOEVOERPOMP
WAARSCHUWING
• Veeg gemorste brandstof weg om brand te voorkomen.
• Na het werk controleert u of er geen brandstof lekt.
Brandstof kan geleverd worden met de brandstoftoevoerpomp, volgens de volgende procedures.
Gebruik lichte olie als brandstof.
• Voor het starten van de brandstoftoevoer, controleert u de slangen, de toevoerpomp en de harnassen op
schade. Controleer ook elk verbindend onderdeel op losheid.
• Als de zeef (3) vies is, reinigt u deze met lichte olie.
• Laat de machine niet aan tijdens het tanken.
• Als de pomp stationair draait en automatisch stopt, dan knippert het gele lampje (8). Als er achtereenvolgens
brandstof wordt toegevoerd, plaatst u de slang weer in de tank en drukt u opnieuw op de AAN/UIT-schakelaar
(6).
• Groene lampje (7) gaat uit als de machine gedurende een bepaalde periode niet gebruikt wordt.
(1) Brandstofpomp
(2) Zuigslang
(3) Zeef
(4) Moer
(5) Bewaardoos slang
(6) AAN/UIT-schakelaar
(7) Groene lamp
(8) Gele lamp
(9) Rode lamp
1.
Stop de motor bij het toevoeren van brandstof.
Copyright©2020 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2YH00011NL13] [0507CsCshWbYs]
[2. KENNISMAKING MET DE MACHINE]
7
1
2-117
8
9
6
2