FEV150/FEV350
Gebruiksaanwijzing
Instelling
Type RCD
RDC-DD
Ventilatie
vereist
Configuratie aardverbinding (FEV350)
Stel de limiet in voor gebruik bij het testen van de aardverbindingsbehuizing. Kopieer een
testpunt om aan elk metalen onderdeel van de stationsbehuizing een afzonderlijk testpunt toe
te wijzen. Het maximum aantal testpunten voor de aardverbindingsbehuizing is 10. Het
standaard aantal testpunten is één. Verwijder zo nodig een testpunt. Gebruik het eerste
testpunt van de aardverbindingsbehuizing om de connectie van de aardverbinding tussen het
station en het verdeelpaneel te meten.
Stel de limiet in voor gebruik bij het testen van de aansluitpunten voor de aardverbinding. Zie
Aansluitpunten in
voertuigaansluitpunten op het station.
18
Tabel 7. Menu Stationconfiguratie (FEV350) (vervolg)
Stel het type RCD zo in dat de subtests kunnen worden uitgevoerd bij een
uitschakeltest voor RCD van 30 mA. De standaardinstelling is Type A/F
30 mA.
Als het type RCD is ingesteld op Geen, wordt de uitschakeltest voor RCD
van 30 mA niet weergegeven.
Het type RCD kan invloed hebben op de stappen van de RCD-test en de
vorm van de stroom bij de aardlekschakelaartest.
Schakel de functie uit (
Als de functie is uitgeschakeld, wordt de 6 mA RDC-DD-test niet
weergegeven in het testmenu.
Schakel de functie in (
Als de functie is ingeschakeld, wordt de 6 mA RDC-DD-test weergegeven
in het testmenu. De standaardinstelling is ingeschakeld.
Met RDC-DD ingeschakeld:
Het type RCD heeft invloed op de stappen van de RCD-test en de
vorm van de stroom bij de RCD-test.
Lusmetingen tussen L1, L2 of L3 en PE zijn niet beschikbaar.
Als dit is uitgeschakeld, gebruikt het product de Control Pilot-toestanden
A, B en C als de actieve laadtoestand. Toestand D van Control Pilot wordt
weergegeven als een fout. De standaardinstelling is uitgeschakeld.
Als dit is ingeschakeld, gebruikt het product de Control Pilot-toestanden
A, B en D als de actieve laadtoestanden.
Tabel 7
voor het wijzigen van het aantal contactdozen of
Beschrijving
q
) als het station geen RDC-DD van 6 mA heeft.
p
) als het station een RDC-DD van 6 mA heeft.