Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Contimac RF-31 Gebruiksaanwijzing pagina 17

Frezen machine
Verberg thumbnails Zie ook voor RF-31:
Inhoudsopgave

Advertenties

(a) Het evenwicht van het werkstuk - moet worden beschouwd als het belangrijkste evenwicht
tijdens het vasthouden van het werkstuk.
(b) Vaak gebruik van hamer om werkstuk te slaan - Verboden om hamer te gebruiken om
werkstuk te slaan.
(c) Onnauwkeurige horizontale tafel - Wang en onderhoud de tafel om nauwkeurig horizontaal
te blijven na een periode van gebruik.
(9) Overmatige trillingen:
(a) Motor uit balans. - Balanceer de motor of vervang de probleemmotor.
(b) Slechte motor. - Vervang de motor.
(10) De motor slaat af:
(a) Overmatig voeren - Verminder de voersnelheid.
(b) Doffe boor - Boor slijpen en scherp houden.
(c) Motor komt niet op snelheid. - Motor vervangen of repareren. Controleer de zekeringen in
alle drie de poten bij driefasenmotoren en vervang ze indien nodig.
(d) Slechte motor. - Vervang de motor.
(11) Luidruchtige werking:
(a) Overmatige trilling. - Controleer de remedie onder overmatige trillingen.
(b) Onjuiste afstelling van de spil. - Stel de spil bij.
(c) Luidruchtige spindel. - As smeren.
(d) Luidruchtige motor. - Controleer de motorlagers of de motorventilator loszit.
(12) Boor of gereedschap wordt heet of verbrandt het werk:
(a) Te hoge snelheid. - Snelheid verlagen.
(b) Spanen worden niet verwijderd. - Gebruik een pikbeweging om de spanen te verwijderen.
(c) Bot gereedschap. - Slijp het gereedschap of vervang het.
(d) Aanzet te langzaam. - Voer voldoende op om de spanen te verwijderen.
(e) Rotatie van franje onjuist. - Draai de motor om.
(f) Het niet gebruiken van snijolie of koelvloeistof (op staal). - Gebruik snijolie of koelvloeistof
op staal.
(13) Boor begint:
(a) Geen boorplek. - Centerponsen of centerboren van het werkstuk.
(b) Snijlippen op boor uit het midden. - Boor opnieuw opspannen.
(c) De ganzenveer zit los in de kop. - Draai de ganzenveer vast.
(d) Speling in lagers. - Controleer de lagers en zet ze opnieuw vast of vervang ze indien nodig.
(14) Overmatige booruitloop of wiebelen:
(a) Verbogen boor. - Vervang de boor. Probeer niet recht te boren.
(b) Speling in lagers. - Lagers vervangen of opnieuw vastzetten.
(c) Boor zit niet goed in de klauwplaat. - Boorkop losdraaien, opnieuw vastzetten en vastdraaien.
(15) Werkstuk of armatuur komt los of draait rond:
Niet vastklemmen van werkstuk of werkstukhouder op tafel. - Klem werkstuk of
werkstukhouder op het tafeloppervlak.
-21-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave