(2) Oververhitting van de motor en geen stroom:
(a) Overbelasting - Verminder de belasting van het voer.
(b) Lagere spanning - Pas aan tot de juiste spanning.
(c) Vervuild contactpunt van magneetschakelaar - Vervangen door een nieuwe.
(d) Overbelastingsrelais defect - aansluiten of vervangen door een nieuw relais.
(e) Motor is slecht - Vervangen door een nieuwe.
(f) Zekering kapot of slecht contact met draad (de motor kan gemakkelijk beschadigd raken
door kortsluiting) Schakel de stroombron onmiddellijk uit en vervang de zekering door een
nieuwe.
(g) De spanning van de V-riem van de poelie is te strak - Stel de juiste spanning van de V-riem in.
(h) Als deze machine is uitgerust met de tapbevestiging, is er een hulp pruimschroef die op
de motorbevestiging wordt bevestigd om te voorkomen dat de motorpoelies schudden
tijdens het draaien.
(3) De temperatuur van het spindellager is te hoog:
(a) Vet is onvoldoende - Vul vet bij.
(b) De spindel zit te vast - draai zonder snelheid en voel de vastheid met de hand.
(c) Lange tijd op hoge snelheid draaien - Licht draaien.
(4) Gebrek aan vermogen bij draaiende hoofdspil:
(a) De spanning van de V-riem is te los - Stel de juiste spanning van de V-riem in.
(b) Motor is doorgebrand - Vervang de motor.
(c) Zekering is doorgebrand - Vervang door een nieuwe.
(5) Tafelreizen zijn niet in evenwicht:
(a) De spleet van de conus van de spindel is te groot - Pas de bout goed aan.
(b) Bladbout losdraaien - draaien en vastdraaien.
(c) Voer te diep -Verlaag de voerdiepte.
(6) Het schudden van de spindel en de ruwheid van het werkoppervlak hebben plaatsgevonden
tijdens de uitvoering:
(a) De spleet van het spindellager is te groot - Pas de spleet goed aan of vervang het lager
door een nieuwe.
(b) As op en neer losdraaien - Maak twee binnenste lagerkappen aan de bovenkant strak tegen
elkaar. Draai twee binnenste lagerkappen niet te vast met het conische lager; het is goed
zolang er geen spleet tussen zit.
(c) De opening van de conische schuifplaats is te groot - Pas de spanning van de bout aan.
(d) Spankop losmaken - Spankop vastzetten.
(e) Snijder is bot - Slijp hem opnieuw.
(f) Werkstuk zit niet stevig vast - Zorg ervoor dat het werkstuk goed vastzit.
(7) Micro feed werkt niet soepel:
(a) Koppeling losdraaien - Zorg ervoor dat deze goed vastzit.
(b) Worm en wormas zijn ongerust - vervangen door nieuwe.
(c) Draai de vaste schroef van het handwiel los - Zorg ervoor dat u deze vastdraait.
(8) Zonder nauwkeurigheid in prestaties:
-19-