Oververhittingsgevaar
Plaats de TV nooit in een afgesloten ruimte. Laat voor
voldoende ventilatie aan alle zijden van de TV een ruimte van
minstens 10 cm vrij. Zorg dat de ventilatiesleuven van de TV
nooit worden afgedekt door gordijnen of andere voorwerpen.
Onweer
Koppel de TV los van het elektriciteitsnet en de antenne als er
onweer op komst is.
Raak tijdens onweer geen enkel onderdeel van de TV, het
netsnoer of de antennekabel aan.
Risico op gehoorbeschadiging
Zet het volume niet te hoog als u een oortelefoon of
hoofdtelefoon gebruikt, en gebruik deze niet te lang.
Lage temperaturen
Als de TV is vervoerd bij een temperatuur onder 5 °C, laat u de
TV na het uitpakken eerst op kamertemperatuur komen voordat
u de stekker in het stopcontact steekt.
Vochtigheid
Afhankelijk van temperatuur en vochtigheid kan lichte
condensvorming optreden aan de binnenkant van de glasplaat
aan de voorkant van de TV (geldt voor bepaalde modellen). U
kunt dit voorkomen door de TV niet bloot te stellen aan direct
zonlicht, hitte of extreme vochtigheid. Als er condens ontstaat,
verdwijnt deze vanzelf als de TV een aantal uren is ingeschakeld.
Het condensatievocht is niet schadelijk voor de TV en
veroorzaakt geen storingen.
17.2
Schermonderhoud
- Zorg dat het scherm nooit in aanraking komt met andere
voorwerpen.
- Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de TV gaat
schoonmaken.
- Maak het scherm en de rand schoon door deze voorzichtig af
te vegen met een zachte, vochtige doek. Gebruik nooit stoffen
als alcohol, chemische middelen of allesreinigers voor de TV.
- Veeg waterdruppels zo snel mogelijk van het scherm om
vervormingen of kleurvervaging te voorkomen.
Probeer het gebruik van stilstaande beelden zo veel mogelijk te
vermijden. Stilstaande beelden zijn beelden die gedurende
langere perioden op het scherm worden weergegeven. Tot
stilstaande beelden behoren schermmenu's, zwarte balken,
tijdsaanduidingen, enzovoort. Indien u stilstaande beelden moet
gebruiken, verlaagt u het beeldcontrast en de helderheid om
schade aan het scherm te voorkomen.
63