13
Instellingen
13.1
Beeld
Beeldstijl
U kunt het beeld op eenvoudige wijze aanpassen door via
Beeldstijl een vooraf geprogrammeerde instelling te selecteren.
1. Druk terwijl u naar een TV-zender kijkt op OPTIONS om
het menu Opties te openen.
2. Selecteer Beeld en geluid in de menubalk en kies Beeldstijl.
3. Selecteer een stijl en druk op OK.
De beschikbare beeldstijlen zijn . . .
- Persoonlijk - Uw voorkeuren bij Snelle beeldinstellingen
- Levendig - Ideaal voor TV kijken bij daglicht
- Natuurlijk - Instelling voor natuurlijke beelden
- Film - zeer geschikt voor het kijken van films
- Energiebesparing - Energiezuinige instellingen
- Standaard - Standaardfabrieksinstellingen
- Foto - Ideaal voor het bekijken van foto's
Een beeldstijl aanpassen
U kunt een beeldstijl aanpassen. . .
1. Selecteer een stijl en druk op OK.
2. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
3. Selecteer TV-instellingen, ga naar de gewenste instelling en
pas deze aan.
4. Druk zo nodig enkele malen op om het menu te sluiten.
De oorspronkelijke beeldstijlwaarden herstellen . . .
1. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
2. Selecteer TV-instellingen > Beeld > Beeldstijl en selecteer de
stijl die u wilt resetten.
3. Selecteer Stijl herstellen en druk op OK. De stijl is hersteld.
Levendig
Als de beeldstijl bij het aanzetten van de TV telkens terugspringt
naar Intens, is de TV-locatie ingesteld op Shop. Deze instelling
wordt gebruikt om het product in de winkel goed voor de dag
te laten komen.
TV instellen voor thuisgebruik. . .
1. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
2. Selecteer TV-instellingen > Algemene instellingen > Locatie
en druk op OK.
3. Selecteer Thuis en druk op OK.
4. Druk zo nodig enkele malen op om het menu te sluiten.
Beeldinstellingen
Contrast backlight
Met Contrast achtergrondverlichting kunt u de helderheid van
de achtergrondverlichting aanpassen.
Het niveau aanpassen . . .
1. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
2. Selecteer TV-instellingen > Beeld > Contrast
achtergrondverlichting.
3. Druk op (rechts) en pas de waarde aan met (omhoog)
of (omlaag).
4. Druk zo nodig enkele malen op om het menu te sluiten.
Kleur
Met Kleur past u de kleurverzadiging van het beeld aan.
De kleur aanpassen . . .
1. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
2. Selecteer TV-instellingen > Beeld > Kleur.
3. Druk op (rechts) en pas de waarde aan met (omhoog)
of (omlaag).
4. Druk zo nodig enkele malen op om het menu te sluiten.
Scherpte
Met Scherpte past u het scherpteniveau van fijne details van het
beeld aan.
De scherpte aanpassen . . .
1. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
2. Selecteer TV-instellingen > Beeld > Scherpte.
3. Druk op (rechts) en pas de waarde aan met (omhoog)
of (omlaag).
4. Druk zo nodig enkele malen op om het menu te sluiten.
Ruisonderdrukking
Met Ruisreductie kunt u de hoeveelheid ruisreductie voor de
foto bepalen.
Ruisreductie instellen . . .
1. Druk op , selecteer Setup en druk op OK.
2. Selecteer TV-instellingen > Beeld > Ruisreductie.
3. Druk op (rechts) en selecteer Uit, Minimum, Medium of
Maximum.
4. Druk zo nodig enkele malen op om het menu te sluiten.
MPEG-artefactreductie
Met MPEG-artefactreductie zorgt u voor vloeiende overgangen
in de beelden. MPEG-artefacten hebben meestal de vorm van
kleine blokjes of kartelranden in het beeld.
32