Een ontvanger specificeren
De ontvangers kunnen op een van de volgende manieren worden gespecificeerd.
❏ Direct een nummer bellen: Direct intypen van het faxnummer.
❏ Gebruikmaken van de favorietenlijst: Een snelkeuzebestemming of groepskeuzebestemming die
in de favorietenlijst staat genoteerd, oproepen.
❏ De snelkeuzefunctie gebruiken: Een ontvanger specificeren die met snelkeuze staat geregistreerd.
❏ Groepskeuzenummers gebruiken: Een geregistreerde groepskeuzebestemming oproepen.
❏ De telefoonboekfuncties gebruiken: Maak een lijst of zoek naar ontvangers die als
snelkeuzeknummers of groepskeuzenummers staan geregistreerd en selecteer dan een ontvanger.
❏ De Redial/Pause-toets gebruiken: Het nummer van de laatstgebelde ontvanger specificeren.
Direct een faxnummer invoeren
1. Gebruik het cijfertoetsenbord om het faxnummer van de ontvanger te typen.
Opmerking:
❏ De toetsen die kunnen worden gebruikt om het faxnummer in te voeren zijn: de nummertoetsen
(0 tot 9), en #.
Als de Redial/Pause-toets is ingedrukt bij het invoeren van een faxnummer, wordt een pauze
van 2,5 seconden toegevoegd. Een pauze verschijnt als P in het berichtvenster.
❏ Als de machine is aangesloten op een PBX-lijn en het kengetal (toegangsnummer voor
buitenlijn) is gespecificeerd in de COMM. SETTING, voer dan "#" in om automatisch te bellen
naar het toegangsnummer voor een buitenlijn.
❏ Om het ingevoerde nummer te wissen, dient u de Back-toets ongeveer 1 seconde ingedrukt te
houden, of te drukken op de Stop/Reset-toets.
2. Druk op de Select-toets.
3. Druk op de u of d-toets om FINISH te selecteren en vervolgens op de Select-toets.
De bestemming is gespecificeerd.
AcuLaser CX16NF
Gebruikershandleiding van de fax
Faxen versturen
24