E
EN PLAATS VOOR DE INSTALLATIE KIEZEN
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren gaan nestelen in de buitenunit.
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen
kunnen
veroorzaken. Gelieve de klant te zeggen de ruimte
rond de unit schoon te houden.
1.
Voor de opstelling van de unit een plaats zoeken waar aan de
volgende omstandigheden wordt voldaan en die de goedkeuring van
uw klant kan wegdragen.
•
Plaatsen die goed worden geventileerd.
•
Plaatsen waar de unit geen overlast veroorzaakt voor de buren.
•
Veilige plaatsen die bestand zijn tegen het gewicht en de trilling
van de unit en waar de unit gelijkvloers kan worden geïnstalleerd.
•
Waar geen brandbaar gas of product kan weglekken.
•
Plaatsen waar altijd voldoende ruimte voor onderhoud is.
•
Plaatsen waar de lengte van de leidingen en de bedrading van de
binnen- en buitenunits de maximaal toegestane maten niet
overschrijden.
•
Plaatsen waar lekwater van de unit geen schade aan de
standplaats kan veroorzaken (bijvoorbeeld wanneer de afvoer
verstopt is).
Voorzorgsmaatregelen
De unit niet installeren en gebruiken in de hierondervermelde
ruimten.
Waar minerale olie zoals cutting olie aanwezig is.
Waar de lucht een hoog zoutgehalte bevat zoals in de buurt van
de kust.
Waar zwavelgassen aanwezig zijn zoals in de buurt van hete
bronnen.
Waar sprake is van grote spanningsverschillen zoals in
fabrieken.
In voertuigen of boten.
Waar hoge concentraties oliedamp of spray aanwezig zijn, zoals
in keukens.
Waar elektromagnetische golven worden opgewekt door
machines.
Waar zure of alkaline-dampen aanwezig zijn.
2.
Maak een waterafvoerkanaal rond de basis, zodat het afvalwater
wegloopt.
3.
Als u de unit op een raamwerk plaatst, moet u op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit een waterdichte plaat
aanbrengen om te voorkomen dat van onder af water kan
binnendringen.
4.
Wanneer de unit wordt opgesteld op een plaats die dikwijls wordt
blootgesteld aan sneeuw, speciaal op het volgende letten:
•
Werk met een zo hoog mogelijke fundering.
•
Verwijder het aanzuigrooster aan de achterzijde om ophoping
van sneeuw op de ribben aan de achterzijde te voorkomen.
5.
Als u de unit installeert op een frame, plaats
dan een waterbestendige plaat (op minder
dan 150 mm van de onderkant van de unit)
om druppelend afvalwater te voorkomen.
(Zie figuur).
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE
Controleer de stevigheid en het vlak van de ondergrond van de
installatie opdat de unit wanneer hij is geïnstalleerd en in
gebruik genomen geen trilling of lawaai veroorzaakt.
Uitpakken en monteren van de unit
•
Verwijder de houten krat van de unit.
•
Verwijder de vier schroeven die de unit bevestigen aan het palet.
Montagehandleiding
2
storingen,
rook
of
brand
•
De unit moet worden gemonteerd op een stevige, overlangse
fundering (stalen frame of beton). De maximale hoogte van de
fundering bedraagt 150 mm.
•
Hef de unit op van het palet en plaats het op de montageplaats.
Zet de unit zoals in de funderingstekening van de figuur is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen).
De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot
op 20 mm vanaf de bovenkant van de fundering.
1000
R
UIMTE VOOR ONDERHOUD VAN DE INSTALLATIE
De vereiste afmetingen (mm) vindt u in
twee mogelijkheden.
D
IKTE VAN DE BUIS VOOR HET KOELMEDIUM
EN TOEGESTANE BUISLENGTE
Alle pijpcircuits moeten volgens plaatselijke en landelijke
regelgeving worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd
koeltechnicus.
1.
Formaat koelvloeistofpijp
•
Koppelsysteem: zie
afbeelding 2
R(Y)P200
Ø28,6xt1,15
R(Y)P250
•
Systeem van gelijktijdige werking
Tweeweg- en driewegsysteem (tweeweg: zie
drieweg: zie
afbeelding
4)
De pijpen tussen de buiten-unit en de aftakking (L1) moeten even
groot zijn als de buitenverbindingen. De pijpen tussen de aftakking
en de binnen-units (L2~L4) moeten even groot zijn als de
binnenverbindingen. Aftakking: zie markering ' ' in
afbeelding
4.
Dubbel tweewegsysteem: zie
De pijpen tussen de buiten-unit en de aftakking (L1) moeten even
groot zijn als de buitenverbindingen. De pijpen tussen de aftakking
en de binnen-units (L4~L7) moeten even groot zijn als de
binnenverbindingen. Aftakking: zie markering ' ' in
Zie voor het formaat van de aftakkingspijpen L2 en L3 de
onderstaande tabel.
R(Y)P200+250
Ø19,1xt1,00
LET OP
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten)
niet verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters
(mm-maten) gebruiken; houd hierbij rekening met de
volgende punten:
•
neem de leidingdiameter die het dichtst bij de
gevraagde diameter ligt.
•
gebruik de gepaste adapterstukken voor de
overgang van leidingen met inch-maten naar
leidingen met mm-maten (lokale levering).
4x Ø15
afbeelding
1. Kies één van de
Formaat koelvloeistofpijp
Gaspijp
Vloeistofpijp
Ø12,7xt0,90
Ø15,9xt0,95
afbeelding
afbeelding 3
afbeelding 5
afbeelding
Formaat aftakkingspijp L2, L3
Gaspijp
Vloeistofpijp
Ø9,5xt0,80
R(Y)P200+250B8W1
Split-systeem airconditioners
4PW23688-1A
3,
en
5.