Nederlands
Alle benzine werd verbruikt
Na het tanken de balg van de hand-
N
benzinepomp ten minste 5-maal
indrukken – ook als de balg met
benzine is gevuld
De chokeknop afhankelijk van de
N
motortemperatuur instellen
Motor opnieuw starten
N
66
Gebruiksvoorschriften
Gedurende de eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Gedurende de
inloopfase moeten de bewegende delen
op elkaar inlopen – in de motor heerst
een hogere wrijvingsweerstand. De
motor levert zijn maximale vermogen
pas na 5 tot 15 tankvullingen.
Tijdens de werkzaamheden
De motor nog even stationair laten
draaien als hij voordien lange tijd onder
vollast heeft gedraaid, tot de meeste
warmte door de koelluchtstroom is
afgevoerd. Dit om te voorkomen dat de
componenten op de motor
(ontstekingssysteem, carburateur) door
warmteophoping te zwaar worden
belast.
Na de werkzaamheden
Als het werk even wordt onderbroken:
de motor laten afkoelen. Het apparaat
met gevulde benzinetank op een droge
plaats, niet in de buurt van
ontstekingsbronnen, opbergen tot het
moment dat het apparaat weer wordt
gebruikt. Bij langdurige stilstand – zie
"Apparaat opslaan".
Werken met boorverlengstuk (speciaal
toebehoren)
Het boorverlengstuk pas monteren als
de diepte van het boorgat overeenkomt
met de maximale boorlengte.
WAARSCHUWING
Het aanzetten van een
boorgereedschap met gemonteerd
boorverlengstuk vergroot voor de
gebruiker de kans op ongevallen,
aangezien de boormachine zich dan op
borsthoogte van de gebruiker bevindt en
niet meer veilig onder controle kan
worden gehouden. Om dezelfde reden
moet ook eerst het boorverlengstuk
worden verwijderd, alvorens het
boorgereedschap volledig uit het
boorgat te trekken.
Controle door een deskundige
Bij commercieel gebruik moet het
apparaat minstens eenmaal per jaar
door een deskundige worden
gecontroleerd.
Deskundigen zijn personen die op grond
van hun vakopleiding en ervaring
kunnen beoordelen of de boormachine
aan de arbeidstechnische eisen voldoet.
BT 131