Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
2
Het koelsysteem bestaat uit:
1
Luchtinlaat in de starter.
2
Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
3
Koelflenzen op de cilinder.
4
Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met
een borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in
moeilijke omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt
koelsysteem leidt tot oververhitting van de machine
waardoor de cilinder en zuiger beschadigd kunnen
worden.
Luchtfilter
Het luchtfilter dient regelmatig te worden schoongemaakt
(stof en vuil verwijderen) om de volgende problemen te
vermijden:
•
Storingen van de carburateur
•
Moeilijkheden bij het starten
•
Vermogensverlies
•
Onnodige slijtage van de motoronderdelen.
•
Abnormaal hoog brandstofverbruik
Maak het filter na 25 werkuren schoon of vaker wanneer
u in abnormaal stoffige omstandigheden werkt.
112 – Dutch
ONDERHOUD
4
3
1
Luchtfilter schoonmaken
Verwijder het luchtfilterdeksel en het filter. Blaas schoon
met perslucht.
Wanneer de machine onder zeer stoffige
omstandigheden wordt gebruikt, moet een ingeolied
schuimplastic filter worden gebruikt (als accessoire
verkrijgbaar). Voor het inoliën, zie de instructies onder de
kop Inoliën van luchtfilter.
Luchtfilter oliën
Gebruik altijd speciale filterolie. De filterolie bevat een
oplosmiddel zodat het eenvoudig gelijkmatig in het filter
kan worden verdeeld. Vermijd daarom contact met de
huid.
Doe het filter in een plastic zak en giet de filterolie erbij.
Kneed de plastic zak om de olie te verdelen. Knijp het
filter in de plastic zak uit en giet de overgebleven olie weg
voordat het filter op de machine wordt gemonteerd.
Gebruik nooit gewone motorolie. Deze zakt zeer snel
door het filter naar beneden en blijft dan op de bodem
liggen.
Na een lange gebruiksperiode kan het luchtfilter niet meer
worden gereinigd. Daarom moet het filter regelmatig
vervangen worden. Een beschadigd luchtfilter moet
altijd vervangen worden.