Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oliepeilcontrole Let Op: Motor Nooit Zonder Of Met Te Weinig Olie Laten; Onderhoud Van De Bougie; Herstelling - Hanseatic RM 56 HW-RA Gebruikershandleiding En Montage-Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Anleitung_RM_56_HW_RA_SPK7__ 22.08.13 07:36 Seite 28
NL
Beschadigde messen
Mocht het mes ondanks alle voorzichtigheid in
contact komen met een hindernis, onmiddellijk de
motor afzetten en de stekker van de
ontstekingskabel aftrekken. Maaier opzij kantelen en
mes op beschadiging controleren. Beschadigde of
kromgebogen messen moeten worden vervangen.
Nooit een kromgebogen mes weer rechtbuigen.
Nooit met een kromgebogen of flink versleten mes
werken, want dat veroorzaakt trillingen en kan
verdere beschadigingen van de maaier tot gevolg
hebben.
Let op: Er bestaat lichamelijk gevaar als met een
beschadigd mes wordt gewerkt.
Mes bijslijpen
De meskanten kunnen met een metaalvijl worden
bijgeslepen. Om onbalans te voorkomen dient het
slijpen enkel door een geautoriseerde vakwerkplaats
te worden uitgevoerd.
7.2.3 Oliepeilcontrole
Let op: Motor nooit zonder of met te weinig olie laten
draaien. Dat kan zware schade aan de motor tot
gevolg hebben. Gebruik enkel motorolie 10W30.
Controle van het oliepeil:
Plaats de maaier op een effen horizontaal vlak.
Draai er de oliepeilstok (fig. 10a/pos. 11) naar links
uit en wis de peilstok af. Peilstok de vulpijp terug in
steken tot tegen de aanslag, maar niet dichtdraaien.
Peilstok uittrekken, horizontaal houden en het
oliepeil aflezen. Het oliepeil moet zich tussen het
merk L en het merk H van de peilstok (fig. 10b)
bevinden.
Verversen van de olie
De motorolie dient jaarlijks voor het seizoenbegin
(naast de informatie in het onderhoudsboekje
benzine) bij warme motor te worden ververst.
Enkel motorolie (10W30) gebruiken.
n
Zet een platte olieopvangbak onder de maaier
n
gereed.
Olievulplug (fig. 10a/pos. 11) opendraaien.
n
Olieaftapplug (fig. 10a/pos. 12) opendraaien. De
n
warme motorolie naar de gereed gezette
opvangbak laten weglopen.
Na het uitlopen van al de afgewerkte olie de
n
olieaftapplug terug dichtdraaien.
Verse motorolie ingieten tot het bovenste merk
n
van de oliepeilstok is bereikt (ca. 0,6 l).
Let op! Oliepeilstok voor het controleren van het
n
oliepeil niet indraaien maar slechts tot aan de
schroefdraad insteken.
U dient zich van de afgewerkte olie volgens de
n
van kracht zijnde bepalingen te ontdoen.
28
7.2.4 Onderhoud en afstelling van de trekkabels
De trekkabels vrij vaak oliën en controleren of ze
gemakkelijk bewegen.
7.2.5 Onderhoud van de luchtfilter (fig. 11a-11c)
Als luchtfilters vervuild zijn, gaat het motorvermogen
achteruit omdat te weinig lucht naar de carburator
wordt toegevoerd. De filter dient dan ook regelmatig
te worden gecontroleerd. De luchtfilter om de 25 uur
controleren en, indien nodig, schoonmaken. Bij zeer
stoffige lucht dient de luchtfilter vaker te worden
gecontroleerd.
Let op: Luchtfilter nooit met benzine of brandbare
oplosmiddelen schoonmaken. Luchtfilter enkel met
perslucht of door uitkloppen reinigen.

7.2.6 Onderhoud van de bougie

Controleer de bougie voor het eerst na 10
bedrijfsuren op vervuiling en reinig haar, indien
nodig, m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de
bougie om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
Trek er de bougiestekker (fig. 12/pos. 23) met
n
een draaiende beweging af.
Verwijder de bougie m.b.v. de bijgaande
n
bougiesleutel.
De assemblage gebeurt in omgekeerde
n
volgorde.

7.2.7 Herstelling

Na een herstelling of na een onderhoudsbeurt dient
er zich van te vergewissen dat alle
veiligheidsrelevante onderdelen aangebracht en in
een behoorlijke staat zijn.
Stukken die verwondingen kunnen veroorzaken
dienen voor andere personen en kinderen
ontoegankelijk te worden bewaard.
Let op: Volgens de productaansprakelijkheidswet
zijn wij niet aansprakelijk voor schade die door
ondeskundige herstelling is veroorzaakt of als bij
wisselstukken niet de originele stukken of door ons
goedgekeurde stukken worden gebruikt. Wij zijn
evenmin aansprakelijk voor schade die te wijten is
aan ondeskundige herstellingen. Laat herstellingen
door de klantendienst of door een geautoriseerde
vakman uitvoeren. Dit geldt analoog ook voor
accessoires.
7.2.8 Werktijden
Met grasmaaiers mag alleen op werkdagen tussen
07h00 en 19h00 worden gewerkt. Gelieve de
wettelijke bepalingen na te leven die plaatselijk
kunnen verschillen.

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

34.007.5311013

Inhoudsopgave