Host voorbereiden en de verbinding controleren
Neem de volgende algemene richtlijnen in acht:
•
Sluit een HBA aan die snel genoeg is (zie
Als zich SE-apparaten op dezelfde SCSI-bus bevinden, werken alle apparaten op de SCSI-bus
met SE-snelheid en verminderen de prestaties aanzienlijk.
•
Nadat de hostserver is opgestart, installeert u software, en/of stuurprogramma's die compatibel
zijn met de autoloader. Informatie over de compatibiliteit van software vindt u op het adres
www.hp.com/go/automated. De meeste backupsoftwarepakketten hebben een extra module
nodig voor de communicatie met de robotica van de autoloader.
•
Als de hostserver is aangesloten op een netwerk, vraagt u de systeembeheerder of u de voeding
mag uitschakelen voordat u de voeding uitschakelt.
•
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen tegen schade door elektrostatische ontlading (ESD) (zie
"Elektrostatische
wanneer u werkt met interne onderdelen.
•
Controleer of er een vrij uitbreidingsslot is in de hostserver.
•
Controleer of uw backupapplicatie de SCSI-hostadapter ondersteunt.
•
Zorg er bij modellen van de HP StorageWorks 1/8 DLT VS80, Ultrium 960 en Ultrium 448
Tape Autoloader voor dat LUN scannen is ingeschakeld op de SCSI-hostadapter (zie ook
scannen" op pagina 19).
•
Afhankelijk van de serverconfiguratie moet u mogelijk de SCSI-ID's van de autoloader wijzigen
(zie
"SCSI-ID wijzigen" op pagina
•
Zorg ervoor dat de autoloader op de juiste manier is beëindigd. Als de autoloader het enige
SCSI-apparaat op de geselecteerde SCSI-bus is, behalve de SCSI-hostadapter, moet u de
autoloader voorzien van een terminator. Ook wanneer de autoloader fysiek het laatste
SCSI-apparaat op de SCSI-bus is, moet de autoloader van een terminator worden voorzien.
Alleen de apparaten die zich fysiek aan het begin en einde van de SCSI-bus bevinden, moeten
van een terminator worden voorzien.
•
Controleer als volgt de verbinding tussen de autoloader en de host:
• Installeer het diagnose-/installatiecontroleprogramma HP Library & Tape Tools. U vindt
dit op het adres www.hp.com/support/TapeTools. Installeer dit hulpprogramma op de
hostserver. Het controleert of de autoloader goed is aangesloten en met de hostserver
communiceert. Het controleert ook of de autoloader correct werkt en biedt diagnostische
informatie.
• Controleer of het besturingssysteem van de hostserver de autoloader heeft herkend in
Microsoft®
In Windows® Server 2003 of in Windows 2000® door naar de volgende locatie te gaan:
Instellingen > Configuratiescherm > Systeem > Hardware > Apparaatbeheer > Tapestation
en/of Mediawisselaar.
Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem voor meer informatie over het controleren van
de aansluiting van SCSI-apparaten.
ontlading" op pagina 81). Gebruik polsbandjes en antistatische matten
40).
Ultrium 960, Ultrium 448, Ultrium 460, Ultrium 230, DLT VS80, SDLT 320
"SCSI-hostbusadapters
(HBA's)" op pagina 18).
"LUN
21