*Het apparaat leren kennen
D e gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
H e t a p p a r a a t l e r e n k e n n e n
kookplaten. De afmetingen van de kookplaten vindt u in
het typeoverzicht. ~ Blz. 2
Het bedieningspaneel
Kookzone-knoppen
De kookzone-knoppen zijn vast gemonteerd. Ze mogen
niet worden verwijderd. Verwijdering met geweld van de
kookzone-knoppen leidt ertoe dat ze onherstelbaar
worden beschadigd.
Kookzone- en restwarmte-indicatie
De kookzone- en restwarmte-indicatie is verlicht
wanneer een kookzone warm is:
kookzone-indicatie - tijdens het gebruik, kort nadat u
■
een kookzone heeft ingeschakeld.
Restwarmte-indicatie - na het koken, wanneer de
■
kookzone nog warm is.
U kunt de restwarmte op een energiebesparende
manier gebruiken, u kunt er bijv. een klein gerecht mee
warmhouden of couverture smelten.
Het apparaat leren kennen
1Apparaat bedienen
I n dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt
A p p a r a a t b e d i e n e n
instellen. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de kookzoneknoppen in
en uit.
Kookzone instellen
Met de kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de kookzones in.
Kookstand 1 = laagste stand
Kookstand 9 = hoogste stand
Het symbool op het display laat zien op welke
kookzone de indicatie van toepassing is: bijv.
kookzone rechtsachter.
Aanwijzingen
Donkere gedeelten in het gloeibeeld van de
■
kookzone hebben een technische oorzaak. Zij zijn
niet van invloed op de werking van de kookzone.
De kookzone regelt de verwarming door in en uit te
■
schakelen.Ook bij het hoogste vermogen kan de
verwarming in- en uitschakelen.
Daardoor wordt/worden bijv.:
– gevoelige componenten tegen oververhitting
beschermd
– het apparaat tegen elektrische overbelasting
beschermd
– betere kookresultaten bereikt
Bij kookzones met meerdere ringen kunnen de
■
verwarmingselementen van de binnenste ringen en
het verwarmingselement van de bijgeschakelde
ringen op verschillende tijdstippen worden in- en
uitgeschakeld.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van
de aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten.
Daarom zijn afwijkingen mogelijk.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Dikvloeibare gerechten af en toe roeren.
Levensmiddelen die snel en heet worden aangebraden
of waarbij tijdens het aanbraden veel vloeistof uittreedt,
het beste in meerdere kleine porties aanbraden.
Tips voor energiebesparend koken vindt u in het
hoofdstuk Milieubescherming.~ Blz. 20
nl
voor de
¢
21