Storingen
De vuldeur kan niet
geopend worden.
Wasmiddelresten in
de wasmiddellade.
de wasmiddellade.
Reukvorming in het
apparaat.
De indicatielampjes
De indicatielampjes
branden niet.
branden niet.
Het programma begint
niet.
niet.
Het programma begint
niet.
36
Oorzaak
Er is nog water in het apparaat;
---" (zonder eindcentrifugeren)
gekozen.
De veiligheidsfunctie is actief.
Vochtig of klonterig wasmiddel.
Moeilijk oplosbare
wasmiddeltabletten gebruikt.
Wassen met overwegend lage
temperaturen en/of met vloeibaar
wasmiddel.
De zekering in de meterkast is
De zekering in de meterkast is
doorgeslagen.
doorgeslagen.
De stroom is uitgevallen.
De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact.
De vuldeur is niet dicht.
De toets Start/Départ is niet
ingedrukt.
Advies
Afpompen/Vidange of
Droogzwieren/Essorage C kiezen.
2 minuten wachten.
Wasmiddellade schoonmaken
en afdrogen, zie blz. 32.
Bij vloeibaar wasmiddel het
doseerbolletje, maatbeker etc.
gebruiken.
De tabletten in de verpakking
verkruimelen alvorens ze in
wasmiddelbakje II te doen.
Het programma Witte was/Blanc
90 ºC laten draaien zonder
wasgoed. Gebruik hiervoor een
totaalwasmiddel.
Zekering inschakelen/vervangen.
Als deze storing vaker optreedt,
schakel dan de Servicedienst in.
Het programma loopt door als er
weer stroom is. Als het wasgoed
uit de trommel moet worden
gehaald, ga dan te werk zoals
onder Schoonmaken van de
afvoerpomp beschreven, zie blz.
33 en verder.
Controleer of er wasgoed beklemd
is geraakt.
Vuldeur sluiten (tot u een klik hoort).
Toets Start/Départ indrukken.