Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
Controlelijst in-
Informatie over de installatie vindt u in de volgende hoofdstukken:
stallatie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
20
De stroomvoorziening uitschakelen voordat u het apparaat op het openbare
elektriciteitsnet aansluit.
De Fronius Smart Meter IP monteren (zie
De veiligheidsschakelaar van de kabel of automatische zekering aansluiten
(zie
Beschermschakeling
De netspanningsingangen met de Fronius Smart Meter IP verbinden (zie
kabeling
op pagina 22).
Noteer de nominale stroom van de transformator voor elke stroommeter. De-
ze waarden zijn voor de inbedrijfstelling vereist.
Transformator en Fronius Smart Meter IP verbinden (zie
mator
op pagina 23).
Monteer de transformator aan de geleiders. Controleer of de transformato-
ren in de juiste richting wijzen. Een pijl wijst naar de aangesloten belasting of
naar het uitgaande circuit naar het openbare elektriciteitsnet (zie
vormer aansluiten
op pagina
Zorg ervoor dat de fasen van de transformator overeenkomen met de fasen
van de netspanning (zie
Breng een gegevensverbinding met de Fronius Smart Meter IP tot stand. U
kunt op 3 manieren een gegevensverbinding tot stand brengen.
-
Modbus RTU (aanbevolen voor noodstroombedrijf), zie
25.
-
LAN, zie
LAN
aansluitenop pagina 25.
-
WLAN, zie
WLAN configureren
Bij Modbus RTU-verbinding: Afsluitweerstand instellen (zie
stand Modbus RTU instellen
Bij Modbus RTU-verbinding: BIAS-schakelaar instellen (zie
AS instellen
op pagina 28).
Controleer of de afzonderlijke geleiders/stekkerverbindingen op de Smart
Meter IP goed zijn aangesloten.
Schakel de stroomvoorziening van de Fronius Smart Meter IP in.
Controleer de firmwareversie van de Fronius-systeemmonitoring (zie
sche
gegevens". Om de compatibiliteit tussen de omvormer en de Fronius
Smart Meter IP te garanderen, moet de software altijd up-to-date worden ge-
houden. De update kan via de gebruikersinterface van de omvormer of via
Fronius Solar.web worden gestart (zie
Configureer de Fronius Smart Meter IP en neem deze in bedrijf (zie
drijfstelling
op pagina 31).
Montage
op pagina 21).
24
of de bijlage van de transformator).
Stroomomvormer aansluiten
op pagina 25.
op pagina 27).
"Geavanceerde
op pagina 21).
Be-
Geschikte transfor-
Stroomom-
op pagina 24).
25
op pagina
Afsluitweer-
Modbus RTU BI-
"Techni-
instellingen").
Inbe-
Advertenties
Inhoudsopgave
